Denkend aan de dood.
Hoe zou ik vrezen wat bestemming is?
Het bodemloze, diep in mij, roept mij tot zich,
de bodemloze zee in mij,
vult dra mijn druppel uit de stroom,
vloeit in de oceaan en is volkomen,
de straal klimt in de zon en is de zon.
Hoe zou ik vrezen wat ik eeuwig ben?
Twee spiegels en maar een weerspiegeling,
twee blikken en maar een gelaat,
mijn worden, de weerkaatsing van mijn zijn,
het wereldruim, de dichtheid van mijn pit.
Hoe zou ik vrezen waar geen vrees bestaat?
De sterren sterven, bestendigend het licht
de korrel sterft, bestendigend de oogst
ik ben het licht en niet de ster
ik ben de eeuwige oogst,
laat dan de korrel gaan.
Hoe zou ik vrezen waar geen dood bestaat?
Angelus Silesius
Geen opmerkingen:
Een reactie posten