zaterdag 22 augustus 2009

De Koninklijke Mens

De koninklijke mens volgt niemand, onderwerpt zich aan niemand, noemt geen mens, levend of dood, zijn heer en meester. Hij heeft zijn meester in de ziel. Hij is echter verheugd als hij een gelijkwaardige ontmoeten kan. Daar hij de menselijke zwakte in het begrijpen en uitdrukken kent, wil hij steeds leren, en onderwerpt gaarne zijn eigen gedachte aan de kritiek van een gelijkwaardige. Hem is geen moeite te veel om tot beter begrip van elkaar te komen. Hij wil niet meer schijnen dan hij is, hij wil niet groter schijnen of groter zijn dan anderen, hij wil niet meer macht hebben dan anderen, tenzij door de waarheid van zijn gedachten. Daarom wenst hij dat deze waarheid altijd weer op de proef gesteld en voltooid wordt en wie hem inlicht over een betere is zijn vriend.De koninklijke mens houdt van tegenspraak; want of zij versterkt zijn waarheid, of zij bevrijdt hem van een leugen.

Geen opmerkingen: