'Ja, ja, de witte landweg!' mompelde hij nadenkend, die kunnen weinigen verdragen'. Alleen iemand die daarvoor geboren is. De meeste mensen zijn banger voor die landweg dan voor het graf. Zij gaan liever weer in de doodkist liggen, want zij denken: Dat is dood-zijn en dan hebben we rust. In werkelijkheid echter is die doodkist het leven, het vlees. Dat iemand op aarde wordt geboren, betekent niets anders dan dat hij levend wordt begraven! Maar het is beter dat men op de witte landweg leert wandelen.
Men moet alleen niet aan het einde van de weg denken, anders houdt men het niet uit, want deze weg heeft geen eind. Hij is oneindig. De zon op de berg is eeuwig. Eeuwigheid en oneindigheid zijn tweeërlei. Alleen voor hem, die in de oneindigheid de eeuwigheid zoekt en niet het "einde", alleen voor hem zijn oneindigheid en eeuwigheid dezelfde. Het gaan op de witte landweg moet men doen om het gaan zelf, uit plezier in het wandelen, niet om een vergankelijke rust met een andere te verwisselen.










De levenskracht die gij eenmaal bezat
Een wereld is ieder mens, bevolkt
Als je bang bent om te sterven en je vastklampt (aan het leven), zul je demonen zien die je het leven ontrukken. Als je innerlijke vrede hebt, zul je zien dat de demonen in werkelijkheid engelen zijn die je bevrijden van de aarde. Het enige dat ons brandt, is wat we niet willen loslaten – onze herinneringen en gehechtheden..jpg)
Jouw liefde bestaat vooral uit haat, want je klampt je vast aan de vrouw of man waar je profijt van hebt. Vervolgens begin je te haten, zoals een hond die rond de voederbak draait, eenieder haat die gluurt naar de maaltijd. Je noemt dit egoïsme van de maaltijd liefde. De liefde is je nauwelijks geschonken of ook daar, zoals in je valse vriendschappen, maak je van de vrije gave een knechtschap of een slavernij. Je begint jezelf als gekwetst te ontdekken vanaf het ogenblik dat men je bemint. Vervolgens af te straffen door de vertoning van je lijden, om daardoor de ander nog beter te onderwerpen. Inderdaad je lijdt. Maar juist van dit lijden heb ik een afkeer. Waarom wil je dat ik het bewonder?



- Niet zonder reden wordt Jezus na zijn doop in de Jordaan onverbiddelijk met zijn eigen schaduwgestalte geconfronteerd. Ieder weldoend mens zal in de ziel zijn onthutsende tegenstrever in de ogen moeten zien.
Loopt er door ieder mensenleven zo'n rode draad van merkwaardige toevalligheden? Of ben ik de enige die dergelijke dingen meemaakt? Grijpen de ringen van de gebeurtenissen wellicht pas dan in elkaar om een keten te vormen als men hun samenhang niet verstoort door het maken van plannen die men dom najaagt, als gevolg waarvan men het lot uiteen doet vallen in fragmenten, die anders een onafgebroken, wonderbaarlijk geweven lint zouden hebben gevormd?


De onwetende mens is niet hij, die niets geleerd heeft, doch hij, die zichzelf niet kent, en de geleerde mens is dom, wanneer hij op boeken, op kennis en op gezag vertrouwt om hem begrip te geven. Begrip ontstaat slechts door zelfkennis, wat betekent, gewaar zijn van zijn eigen totale psychologische proces. Opvoeding in de ware zin des woords is dus het begrijpen van zichzelf, want in eenieder onzer is het geheel van het bestaan verzameld.







Licht ben je. Jij doorgraaft me