Jouw liefde bestaat vooral uit haat, want je klampt je vast aan de vrouw of man waar je profijt van hebt. Vervolgens begin je te haten, zoals een hond die rond de voederbak draait, eenieder haat die gluurt naar de maaltijd. Je noemt dit egoïsme van de maaltijd liefde. De liefde is je nauwelijks geschonken of ook daar, zoals in je valse vriendschappen, maak je van de vrije gave een knechtschap of een slavernij. Je begint jezelf als gekwetst te ontdekken vanaf het ogenblik dat men je bemint. Vervolgens af te straffen door de vertoning van je lijden, om daardoor de ander nog beter te onderwerpen. Inderdaad je lijdt. Maar juist van dit lijden heb ik een afkeer. Waarom wil je dat ik het bewonder?
Ik herken de vriendschap hieraan dat zij niet teleurgesteld kan worden, en ik herken de ware liefde hieraan dat zij niet gekwetst kan worden.
Ik herken de vriendschap hieraan dat zij niet teleurgesteld kan worden, en ik herken de ware liefde hieraan dat zij niet gekwetst kan worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten