donderdag 13 november 2008

Nacht

De nacht raapt de verloren stemmen op,
De stemmen wier onhoorbaarheid wij zijn
sinds wij de honingraat van onze wonden werden.
Nu onze ogen doof en onze oren blind van wasdom zijn,
hebben wij de fragiele taal verleerd
waarmee de werk­lijkheid ons droomt.
Zoals de rozestruik haar rozen droomt.
Zo nu en dan valt er in de ruïnen nog een echo dood.
En ergens in het ondoordringbaar tevergeefs
verloor een stem haar stem.
De nacht raapt de verloren stemmen op.
In de windstilten krijgt de goedheid van zijn huid
de sobere gedaanten van mijn handen.

Nes Tergast - 1869

illustratie: Doré - De Goddelijke Komedie

Geen opmerkingen: