donderdag 5 februari 2009

Lazarus:

Soms ben ik moedeloos, en hoogstens nog een vonk
van het vuur dat in mij was.
Ik weet niet waar ik gaan moet en waar staan:
verhef je hart eens als het graf steeds aan je trekt,
omdat je levensdraad te ver werd uitgerekt…

Ik val terug, ik kan niet langer uit mijzelf vandaan.
Ik geloof in Hem, in Hem, maar niet in mij.
Soms denk ik: in de dood was ik pas vrij.
Hoe maak ik waar wie ik voor Hem moet zijn?
Hoe kan ik groeien als ik krimpen moet van pijn?

Wiel Kusters (1947), dichter en hoogleraar Algemene en Nederlandse letterkunde

Geen opmerkingen: