De mensch heeft een eigen, innerlijk ik in zijn diepste binnenste, iets dat al zijn doen en laten beheerscht en toch buiten die handelingen schijnt te staan. Die ikheid neemt alle mogelijke maskers aan, speelt alle rollen, maar komt helaas zoo zelden in zijn ware gedaante te voorschijn. Het is soms een lastig ding, dikwijls wil de mensch het wegcijferen, tot zwijgen brengen en dan blijft het toch soms zoo krachtig spreken.
De ziel kan ik het niet noemen, het geweten ... ja! dat is het eigenlijk wel. Het is dat wat bedoeld wordt als men zegt: Keer tot u zelven in.
Iedereen verbergt het, men tracht zich wijs te maken dat men zich voordoet zooals men werkelijk is - maar de ikheid weet wel beter. Men wil er niet naar luisteren, men bedriegt zichzelven met verbazend talent - maar ‘keer tot uzelven in’ en de waarheid die uw eigen ik u verkondigt, zal u soms doen ontroeren.
De ziel kan ik het niet noemen, het geweten ... ja! dat is het eigenlijk wel. Het is dat wat bedoeld wordt als men zegt: Keer tot u zelven in.
Iedereen verbergt het, men tracht zich wijs te maken dat men zich voordoet zooals men werkelijk is - maar de ikheid weet wel beter. Men wil er niet naar luisteren, men bedriegt zichzelven met verbazend talent - maar ‘keer tot uzelven in’ en de waarheid die uw eigen ik u verkondigt, zal u soms doen ontroeren.
dinsdag 10 september 1878 (18 jaar)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten