zaterdag 19 januari 2013
sprokkels
Ik geloof dat de grootste waarheden van het universum niet daarbuiten liggen, in de studie der sterren en planeten. Ze liggen diep in onszelf, in de grootsheid van ons hart, onze geest en ziel. Pas als we begrijpen wat hierbinnen is, kunnen we begrijpen wat daarbuiten is.
uit: Anita Moorjani - Ik moest doodgaan om mezelf te genezen
woensdag 16 januari 2013
Sprokkels
‘Het is ontzettend moeilijk iemand te leren kennen… Mannen en vrouwen zijn namelijk niet alleen zichzelf, maar ook de streek waar ze zijn geboren, het appartement of de boerderij waar ze hebben leren lopen, de spelletjes die ze als kind hebben gespeeld, de bakerpraatjes die ze hebben opgevangen, het voedsel dat ze hebben gegeten, de scholen waar ze op hebben gezeten, de sporten die ze hebben beoefend, de gedichten die ze hebben gelezen en de God in wie ze hebben geloofd. Al die dingen samen hebben hen gemaakt tot wie ze zijn, en die kun je niet te weten komen uit de verhalen. Je kunt ze alleen maar begrijpen als je ze zelf hebt meegemaakt.’
W. Somerset Maugham, Op het scherp van de snede, 1943
W. Somerset Maugham, Op het scherp van de snede, 1943
woensdag 9 januari 2013
Leestip: God vergist zich niet - Roelof Tichelaar
God vergist Zich niet. We komen
op aarde uiteenlopende vormen van lijden en chaos
tegen, maar dat is wat wij zien. Hierachter schuilt een meesterlijk
verlossingsplan: een goddelijk plan dat tot een geestelijke wedergeboorte
leidt.
Roelof Tichelaar ontving langs
bovennatuurlijke weg inzicht in dit plan en legt in dit boek de spirituele
wortels van het christendom bloot. Hij beschrijft het goddelijk verlossingsplan,
dat is doordrenkt met Gods onvoorwaardelijke liefde en ons boven onszelf uittilt.
We komen bij een innerlijke schat die al bijna 2000 jaar toegankelijk voor ons
is: de verlossing door Jezus Christus, waardoor de geboorte van de heilige
Geest in ons mogelijk wordt.
Wat is de eigenlijke betekenis
van de verlossing door Jezus Christus? Hoe kunnen we ons persoonlijk laten
leiden door God, zoals dat ook in de Bijbel wordt beschreven? Wat zijn de
valkuilen die we op deze weg tegenkomen? Hoe kunnen we omgaan met onze dromen
en daar een grote geestelijke rijkdom uit putten? Wat kunnen we van bijna-doodervaringen
leren en wat wacht ons na de aardse dood? Deze en vele andere vragen komen aan
de orde en worden helder beantwoord.
‘In Christus heeft God alles vergeven. De verbinding met Hem is
genoeg.’
Roelof Tichelaar is geestelijk
hulpverlener, docent weerbaarheid en cognitief/aandachtgericht therapeut. Hij
heeft diverse boeken op spiritueel christelijk gebied geschreven en geeft
regelmatig lezingen.
ISBN 978 94 6015 079 1
Prijs: € 22,50
Uitgeverij: Akasha, Eeserveen
vrijdag 7 december 2012
De wind

'De wind, die eigenlijk alleen zo nu en dan maar eens komt neergestreken, voortdurend komende van en onderweg naar elders, maar nooit constant op één plaats bezig, draagt vlaagsgewijs nu eens verkwikkende, dan weer onverkwikkende geuren aan, en soms een wolk vlinders of libellen, maar ook wel soms een zwerm zwarte vogels, - en is hij weer voorbij, dan blijft nog geruime tijd alles in de tuin, wat maar bewegen kan en door hem is aangeraakt, in beweging.'
Deze mysterieuze volzin vind ik terug in een aantekenboekje van meer dan tien jaar geleden.
Ik heb hem nooit in enige tekst, kunnen gebruiken, maar na al die jaren zet ik hem hier maar neer.
Ik weet nu dat deze zin een metafoor is: hij zou in een rouwadvertentie of in een doodsbrief kunnen staan.
'De wind', dat is: iemands leven.
'Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt'.
Uit: Jeroen Brouwers - Bezonken rood
woensdag 21 november 2012
‘De Duizendste Man’ Rudyard Kipling
Eén man op de duizend, zegt Salomo,
Zal je nader zijn dan een broer.
Zal je nader zijn dan een broer.
En hij is de moeite van het zoeken waard,
Zodat een ander hem niet eerder vindt.
Er zijn er negenhonderdnegenennegentig
Die afgaan op wat de wereld in je ziet.
Maar als de hele wereld tegen je is,
Blijft de duizendste man je vriend.
Belofte, gebed en uiterlijke waan
Zullen hem nooit voor je vinden.
Negenhonderdnegenennegentig gaan
Af op je gezicht, je daden of je faam.
Maar als hij jou vindt en jij vindt hem
Dan is de rest niet van belang,
Want de duizendste man verdrinkt of zwemt
Met jou in elk soort water.
Je mag gerust op zijn zak teren,
Hij gebruikt jouw beurs ook voor zijn zaken
En als jullie samen lachen en flaneren
Komt het woord ‘lening’ nooit ter sprake.
Bij negenhonderdnegenennegentig gaat het
Om zilver en goud, beloond worden en belonen,
Maar de duizendste man is veel meer waard
Want aan hem kun je je gevoelens tonen.
Zijn gelijk en ongelijk zijn de jouwe,
En dat te allen tijde.
Je neemt het publiekelijk voor hem op,
Daar kan hij op vertrouwen!
Negenhonderdnegenennegentig zijn niet bestand
Tegen de spot, het gelach, de schand en scha
Maar de duizendste man staat aan jouw kant
Tot aan de galg; en erna!
Zodat een ander hem niet eerder vindt.
Er zijn er negenhonderdnegenennegentig
Die afgaan op wat de wereld in je ziet.
Maar als de hele wereld tegen je is,
Blijft de duizendste man je vriend.
Belofte, gebed en uiterlijke waan
Zullen hem nooit voor je vinden.
Negenhonderdnegenennegentig gaan
Af op je gezicht, je daden of je faam.
Maar als hij jou vindt en jij vindt hem
Dan is de rest niet van belang,
Want de duizendste man verdrinkt of zwemt
Met jou in elk soort water.
Je mag gerust op zijn zak teren,
Hij gebruikt jouw beurs ook voor zijn zaken
En als jullie samen lachen en flaneren
Komt het woord ‘lening’ nooit ter sprake.
Bij negenhonderdnegenennegentig gaat het
Om zilver en goud, beloond worden en belonen,
Maar de duizendste man is veel meer waard
Want aan hem kun je je gevoelens tonen.
Zijn gelijk en ongelijk zijn de jouwe,
En dat te allen tijde.
Je neemt het publiekelijk voor hem op,
Daar kan hij op vertrouwen!
Negenhonderdnegenennegentig zijn niet bestand
Tegen de spot, het gelach, de schand en scha
Maar de duizendste man staat aan jouw kant
Tot aan de galg; en erna!
dinsdag 13 november 2012
Kerkhof
Toen Rietje begraven was, ben ik één keer naar het kerkhof gegaan. Ik dacht: ’Laat ik dat nou maar eens doen.’ Met mijn vader en moeder heb ik het nooit gedaan en bij andere mensen ook niet. Ik weet dat ze niet dood zijn, dus ik hoef niet te gaan kijken waar ze liggen. Dat andere mensen dat doen, prima. Maar ik hoef dat niet.
Eén keer per jaar, op Allerzielen, dan bel ik op en dan leggen vrienden een paar roosjes op haar graf. Omdat ik niet wil hebben dat op die dag, als iedereen op het kerkhof gaat kijken, haar graf daar zo ligt zonder bloemetjes erop. Anders wordt dat nog verkeerd uitgelegd; daar is al eens over geschreven. Zo bot.
Maar goed, ik liep op dat kerkhof te zoeken naar haar graf, en opeens hoor ik een stem die zegt: ’Hier is ze niet.’
En ik dacht: ’Dat wist ik al.’
Ik heb me meteen omgedraaid en ben naar huis gegaan.
Toon Hermans - Interview met Pauline Sinnema, Het Parool, 23 december 1995
maandag 12 november 2012
Sprokkels - Boeken
Wij mensen hebben een geheugen dat verder teruggaat dan onze geboorte. Dat houdt ons bij elkaar, en dat houdt ons bij de waanzin vandaan. Onze gezamenlijke herinneringen gaan schuil in de verhalen die we elkaar vertellen. Omdat alle mensen verschillend zijn, en alle mensen hetzelfde, willen we steeds weer nieuwe dingen horen, en daarom ook horen we steeds hetzelfde in een nieuwe vorm.
Uit: Dans om het zwarte goud - Lydia Rood
Uit: Dans om het zwarte goud - Lydia Rood
zaterdag 13 oktober 2012
Sprokkels - Boeken
Tot dusverre had ik gedacht dat elk boek sprak over menselijke of goddelijke dingen die bestaan buiten de boeken.
Nu kwam ik tot het besef dat boeken niet zelden over boeken spreken, met andere woorden dat het is alsof ze met elkaar spreken.
In het licht van deze overweging kwam de bibliotheek mij nog onrustbarender voor.
Het was dus de plaats van een lange, een eeuwenlange fluistering, van een onhoorbare dialoog tussen perkamenten, een levend ding, een vergaarplaats van niet door een menselijk brein te beheersen krachten, schatkamer van geheimen ontsproten aan ontelbare breinen, geheimen die degenen die ze hadden geproduceerd of doorgegeven, hadden overleefd.
Gelezen in: Umberto Eco - De naam van de roos
Nu kwam ik tot het besef dat boeken niet zelden over boeken spreken, met andere woorden dat het is alsof ze met elkaar spreken.
In het licht van deze overweging kwam de bibliotheek mij nog onrustbarender voor.
Het was dus de plaats van een lange, een eeuwenlange fluistering, van een onhoorbare dialoog tussen perkamenten, een levend ding, een vergaarplaats van niet door een menselijk brein te beheersen krachten, schatkamer van geheimen ontsproten aan ontelbare breinen, geheimen die degenen die ze hadden geproduceerd of doorgegeven, hadden overleefd.
Gelezen in: Umberto Eco - De naam van de roos
vrijdag 12 oktober 2012
Gevangenis
Menselijke wezens zijn deel van een geheel, door ons universum genoemd, een deel dat begrensd is door ruimte en tijd. We ervaren onszelf, door onze gedachten en gevoelens, als afgescheiden van de rest – een soort van optische misleiding van het bewustzijn. Deze misleiding is een gevangenis voor ons, beperkt ons tot onze persoonlijke verlangens en tot het tonen van liefde en aandacht voor enkele personen die het dichtst bij ons staan. Het is onze taak om onszelf te bevrijden uit deze gevangenis door onze cirkels van mededogen te verruimen, door alle levende wezens te omarmen, alsmede het geheel van de natuur in al zijn schoonheid.
(Albert Einstein)
(Albert Einstein)
woensdag 19 september 2012
Ontmoeten
Bij die ontmoeting werd hij voor het eerst getroffen door de schier eindeloze verscheidenheid waarin de menselijke geest zich manifesteert, wat verhindert dat een waarheid zich op identieke wijze aan twee verschillende personen zal presenteren.
Leo Tolstoj, Oorlog en vrede
Leo Tolstoj, Oorlog en vrede
zondag 16 september 2012
Gebed voor het slapen gaan
als de nacht weer op mij wacht
kom ik van het werken moe
weer naar U mijn Vader toe
Ik kreeg krachten van U Heer
om te werken telkens weer
U was bij mij heel de dag
geef mij ook een goede nacht
Voor de mensen om mij heen
en voor hen die heel alleen
leven hier op deze aard
vraag ik of U hen bewaart.
Heer ik deed weer veel verkeerd
maar U hebt mij ook geleerd
dat U het vergeven wil
ik vraag het nu om Jezus wil.
Dank U dat ik als Uw kind
steeds bij U bescherming vind
en nu rustig slapen mag
wachtend op de nieuwe dag.
- Ina van der Welle -
donderdag 13 september 2012
Avondgebed
Avondgebed
De avond is gevallen,
De dag gaat dood, -
De bomen worden allen
Wonderlijk groot.
In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud, -
De nacht maakt onze handen
Zo stil - zo oud.
Schoonheid hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij 't avond even
Zwijgend te rust.
C.S. Adama van Scheltema
De avond is gevallen,
De dag gaat dood, -
De bomen worden allen
Wonderlijk groot.
In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud, -
De nacht maakt onze handen
Zo stil - zo oud.
Schoonheid hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij 't avond even
Zwijgend te rust.
C.S. Adama van Scheltema
woensdag 12 september 2012
Ergens
Dolend door de zandzee van het leven,
Gloeiend, kreun ik vaak een jammerklacht.
Ergens echter, weet ik, haast vergeten,
Bloeien tuinen, schaduwrijke pracht.
Ergens echter in mijn verste dromen,
Weet ik dat een rustplaats op mij wacht,
Waar de ziel tenslotte thuis kan komen,
Waar ze wachten: sluimer, sterren, nacht.
Hermann Hesse
Gloeiend, kreun ik vaak een jammerklacht.
Ergens echter, weet ik, haast vergeten,
Bloeien tuinen, schaduwrijke pracht.
Ergens echter in mijn verste dromen,
Weet ik dat een rustplaats op mij wacht,
Waar de ziel tenslotte thuis kan komen,
Waar ze wachten: sluimer, sterren, nacht.
Hermann Hesse
dinsdag 20 maart 2012
zondag 4 maart 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)