wánt zij struikelen niet.
Gelukkig zij, die zonder huis zijn,
wánt zij zijn thuis.
Alleen struikelaars - zoals wij
Behoeven een staf tot stut.
Alleen de aan-huis-geketenden - zoals wij
Behoeven huis of hut.
De ware hoge is steeds laag.
De ware snelle is steeds traag.
De hoogst gevoelige is als verdoofd.
De welsprekende als van spraak beroofd.
Eb en vloed zijn één getijde,
De gidsloze heeft het veiligste geleide.
De zeer grote is zeer klein.
Wie alles geeft, hem zal 't alles zijn.
De ware snelle is steeds traag.
De hoogst gevoelige is als verdoofd.
De welsprekende als van spraak beroofd.
Eb en vloed zijn één getijde,
De gidsloze heeft het veiligste geleide.
De zeer grote is zeer klein.
Wie alles geeft, hem zal 't alles zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten