vrijdag 26 februari 2010

Ken uzelve

"Indien de deuren van de menselijke waarneming grondig gereinigd waren, zouden wij alles zien zoals het is, namelijk oneindig. Maar de mens heeft zich zolang opgesloten, tot hij de dingen alleen maar ziet door de smalle spleten van zijn eigen spelonk."
William Blake

"Zodra de ziel inziet dat zij God kent, ontvangt zij kennis van God en van zichzelf."
Meister Eckehart


"Niemand, al wil hij dat, zal in staat zijn God te kennen zoals Hij werkelijk is, noch Christus, noch De Geest, noch de Engelenkoren, noch de Aartsengelen, de Tronen, de verschillende heerschappijen, en het Grote Bewustzijn... als je jezelf niet kent, zul je niet in staat zijn dit alles te kennen. Open de deur van jezelf, om de Ene-Die-Is, te kennen. Klop op jezelf, opdat Het Woord zich voor je ontsluit".
Nag Hammadi-geschriften, lessen van Sylvanus

dinsdag 23 februari 2010

Onsterfelijkheid

In vele slapelooze nachten heb ik iets beseft, dat ik niet bepaald duidelijk kan beschrijven.
Het scheen me alsof mijn ziel zonder begeleiding van mijn lichaam dacht, ze zag het lichaam zelve aan als een wezen, dat haar vreemd was, zoo als men een kleedingsstuk bekijkt.
Ze stelde zich met buitengewone levendigheid de tijden en de gebeurtenissen voor, die geweest waren en had daardoor een voorgevoel van wat zou volgen.
Al deze tijden zijn voorbijgegaan en wat volgt, zal ook voorbij gaan; het lichaam zal als een kleedingsstuk stukscheuren, maar Ik, het welbekende Ik, Ik ben.

Johann Wolfgang von Goethe

woensdag 17 februari 2010

Sterven

Ik sta 's ochtends aan de rand van de zee.
Er komt een zeilboot voorbij
die vertrekt naar de oceaan.

Hij is prachtig,
hij is het leven zelf.
Ik kijk hem na tot hij
aan de horizon is verdwenen.

Naast mij zegt iemand:
'Hij is weg'.

Weg waar naartoe?
Hij is weg uit mijn blikveld, dat is alles.
Zijn mast is nog altijd even hoog,
zijn romp nog altijd even sterk.

Zijn verdwijning uit het blikveld
betreft mij, niet hem.

En juist op het moment
dat iemand naast mij zegt
'Hij is weg',

staan er anderen op een ander strand
die blij naar de horizon wijzen
en die roepen:
'Daar komt hij!'.


William Blake (1657-1727)

Aan een vriend

Ach, laten wij geen ogenblik bederven
voor wie van ons het eerst zal moeten sterven,
en laten wij ook nimmer praten
van alles wat wij huichelden en haatten.

Zolang een vlerkgespreide leeuwerik blijft zingen
vergeeft zijn God ons al wat wij begingen,
zolang we kersebomen zacht in bloei zien staan
dan hebben wij nog niemand kwaad gedaan.

Ach, laten wij het leed dat men ons deed, vergeten,
God zal het allemaal wel weten,
en laten we geen ogenblik bederven
voor wie van ons het eerst zal moeten sterven.

Leo Vroman

vrijdag 5 februari 2010

Thomas Evangelie

Aanzitten aan de dis des Heren betekent vaarwel zeggen aan zijn deugden maar vooral ook aan zijn ondeugden en alles wat deze met zich medebrengen. Er is geen omzien aan de feestdis, er worden geen tranen gestort, er is niets te betreuren. Men zit niet met een bloedend hart aan het gastmaal. Er is nl. geen grotere vreugde dan aan die maaltijd te mogen deelnemen ook al gaan er ogenblikken aan vooraf dat men overvallen worden kan door het verdriet der verbrijzeling.
Het verdriet houdt geen stand. Ook niet het verdriet om de medemensen die de uitnodiging afwijzen en zich laten excuseren. Het helpt niet daarover tranen te storten en te blijven zeggen dat de wereld zo verstokt is en de mensen zo onwetend zijn of dat de angsten hen belemmeren, angsten voor hun bezit en hun verdienen, angsten voor hun medemensen.
Eén ding helpt op onzichtbare wijze ieder ander:
neem de uitnodiging aan en ontdek dat er niets zegenrijker, heerlijker en genezender is dan de kracht en de blijdschap, de rijkdom en de wijsheid, de macht en de heerlijkheid van deel te krijgen aan de bron van het water des levens. Immers, hier worden alle tranen uitgewist.
Het kan niet anders zijn of de uitnodiging geldt voor alle mensen, zonder enige uitzondering.
Wie neemt haar aan?

UIT: Barend van der Meer - Commentaar op het Thomas Evangelie

Thomas Evangelie

Verlaat de wereld der tweeheid in u zelf voor één enkele keer. Eén moment en het is geschied voor altijd. Eén keer ja tegen de gastheer en u hebt hem zijn woord gegeven voor eeuwig. Want het bewegende leven, het zich niet hechtende, het uit zich zelf zijnde liefhebben is het voor altijd liefhebben, een liefde boven tijd en ruimte, een altijd daarin willen vergaan en opgenomen worden.
Eén keer van de goddelijke dis eten, is er steeds weer naar terug gaan keren door de innerlijke woestijn, door alle twijfel, alle weerzin, alle tegenwerking. Ik kom heer, mijn gastheer, ik kom. Ik heb uw uitnodiging al zo lang gehoord. Ik kom zeker en laat mijn denken achter mij en mijn zelfingenomenheid, en mijn bezitsgevoel en mijn aanspraken op de dingen van deze wereld. Alle aanspraken laat ik varen door u te willen, de levende, de ene, de alomvattende, de oorzaak en oorsprong van al het zijnde. Voor u laat ik de verwarring varen, en mijn moede hoofd en mijn verslagen hart.

UIT: Barend van der Meer - Commentaar op het Thomas Evangelie

woensdag 3 februari 2010

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 48

97a
Schouwen is schouwen van niets
is leegte die leegte schouwt
en wie alles schouwend heeft doorgrond
heeft ook het schouwen verleerd.

Onuitsprekelijk Rijk:
als de discipel leeg is
zal hij vol licht zijn.
Wie oren heeft, hore!

97b
Weest waakzaam
op de lange weg
zodat gij uw tijd niet verliest
opdat uw volheid verzegeld blijve
en eens, onherroepelijk,
uw innerlijk Zijn niet wegvloeie
en uw leven.

Uitspraken van kinderen over 'God'

Vader God, weet U wel dat er mensen op uw maan zijn geweest?
Jongen, 5 jaar

God is een rotvent en ik bid niet meer. Gisteren heeft de juf gezegd dat God alles kan en vandaag zegt ze: ‘Jullie moeten wat meebrengen voor de kindertjes in Afrika want die hebben honger.’
Nou, als God alles kan en die kinderen geen eten geeft, is Hij dan niet een rotvent? – God heeft mensen nodig en die helpen mee, zei juf – Nou, dat is ook makkelijk: helpen en een ander laten betalen.
Jongen, 6 jaar

Iedereen gaat tenslotte dood. God blijft dan alleen over. Hij is ook alleen begonnen.
Jongen, 6 jaar

Mama, waar was ik toen ik nog niet bij jou in de buik zat en ook niet bij pappa? Was ik toen dood?
Jongen, 3 jaar

Ik denk dat God jou nooit dood zal laten gaan. Als je heel oud geworden bent, dan zal Hij jou een hele tijd laten rusten en als je dan uitgerust bent, dan ben je weer jong.
Jongen, 6 jaar.

Wanneer begint het leven, raad eens, raad eens? Als je doodgaat natuurlijk!
Jongen, 5 jaar.