donderdag 15 juli 2010

Vakantie

Vanaf morgen tot en met 24 juli ben ik op vakantie in Vlaanderen en dus even niet on-line.
Eventuele reacties op blogberichten zullen tot daarna in de wachtrij staan.

Voor alle lezers van mijn blog: een fijne zomer-vakantie-tijd.

Met hartegroet
Fran

Voor wie ik liefheb

mijn moeder is mijn naam vergeten
mijn kind weet nog niet hoe ik heet
hoe moet ik mij geborgen weten?

noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam

voor wie ik liefheb, wil ik heten

neeltje maria min

zondag 11 juli 2010

Van Jordaan tot Golgotha

Een aangrijpende initiële ervaring, die ons door de gunst van het lot ten deel valt, betekent als zodanig nog niet het begin van de innerlijke weg. Deze betreden wij eerst dan werkelijk, wanneer wij bewust en uit eigen vrije wil de eerste schrede doen.
Het kan gemakkelijk tot noodlottige illusies leiden wanneer wij geloven dat grote, aangrijpende ervaringen ons ontslaan van de moeite om zelf bewust de stap op de innerlijke weg te zetten en aan ons zelf te werken.
Dergelijke ervaringen betekenen voor ons een verplichting. Het zijn vragen van de Godheid, waarop wij moeten antwoorden door eigen, innerlijke activiteit en offervaardigheid.


Emil Bock – Van de Jordaan tot Golgotha

Van Jordaan tot Golgotha

In tijden waarin de interesses van de mensen door de overweldigende kracht van het lot gericht worden op de wereld buiten hen, moet de sfeer van het innerlijke leven eerst recht bewust en standvastig worden behoed en onderhouden.
En wel daarom, omdat de zekerheid waarmee wij in het leven staan en de wederwaardigheden van ons lot tegemoet treden, niet kan worden verkregen uit datgene wat wij in deze buitenwereld ervaren en van haar ontvangen.
Deze zekerheid kan alleen uit ons innerlijk voortkomen.
Wie zeker is van een innerlijke weg en hem met vaste tred bewandelt, wordt niet van zijn stuk gebracht wanneer uiterlijke lotsomstandigheden plotseling een onverwachte wending nemen, wanneer harde noodzaak ons dwingt dierbare levensgewoonten op te geven en ons te schikken in geheel nieuwe, vreemde levenssituaties.


Emil Bock – Van de Jordaan tot Golgotha

maandag 5 juli 2010

Ashtavakra Gita - 03 - Vrijheid

Ashtavakra sprak:

1
Jou is duidelijk dat het Zelf
in oorsprong Een is, onverwoestbaar.
Nu jou die wijsheid is geschonken,
vanwaar nog streven naar rijkdom?

2
Verwarring rond jouw Zelfaard
schept illusoire visie,
binding dus met voorwerp;
zoals onklaarheid omtrent paarlemoer
waandrang schept naar zilver.

3
Wat zou je in ellende dolen
als je weet:
ikzelf ben Dat
waarin als golven in de oceaan
hele universa verschijnen en verdwijnen
?

Rainer Maria Rilke

Königslied

Darfst du das Leben mit Würde ertragen,
nur die Kleinlichen macht es klein;
Bettler können dir Bruder sagen,
und du kannst doch ein König sein.
Uit: Traumgekrönt, 1896


Vrij vertaald: Koningslied

Durf het leven waardig te dragen,
alleen kleingeestigen maken het klein;
bedelaars kunnen je broeder noemen,
en toch kun jij een koning zijn.

vrijdag 25 juni 2010

Gustav Meyrink - Citaten

Zoals een mens de betekenis van een boek niet kan begrijpen
als hij het slechts in de hand houdt of alleen
de bladzijden omslaat zonder ze te lezen,
zo brengt hem het verloop van zijn levenslot
geen winst als hij de betekenis ervan niet begrijpt;
de gebeurtenissen volgen elkaar op
als de bladeren van een boek die de dood omslaat;
hij weet het:
ze verschijnen en gaan voorbij en met het laatste is het boek uit.

Gedachten van Frederik van Eeden

13 Sept 1875.

Ik verlang naar donkere groene bosschen met eikenboomen aan wier bladeren heldere druppels hangen, ik verlang naar rustige stilte, afgebroken door 't fladderen van een vogel of het kraken van takken. Ik verlang naar rotsen, waartusschen het water doorsijpelt en waarlangs schuimende beekjes afstroomen, ik verlang naar een stille, vochtige dampige lucht, een dof-geurend woud, een met gele bladeren bedekte grond. Ik wilde er ronddolen, luisterend en soezend, ik wilde er verademen en niet meer denken aan de bespottelijkhedenen dwaasheden van die wilde hoop schepselen, waartusschen ik ook leef en die tezamen de wereld uitmaken.

Ashtavakra Gita - 01 - Bewustzijn

18
Weet,
al wat vorm heeft is onwerkelijk,
slechts het Vormloze is duurzaam.
Dit weten ontkracht nieuwe wording.

19
In en om weerspiegeling
bevindt zich steeds de spiegel.
Zo ook in en om het lichaam
huist steeds de hoogste Heer.

20
Zoals de meest verfijnde wasem
in en om de kruik dringt,
zo herbergt elk verschijnsel
het aldoordringend Wezen.

woensdag 23 juni 2010

A la claire fontaine


A la claire fontaine
M'en allant promener;
J'ai trouvé l'eau si belle
Que je m'y suis baigné.

Il y a longtemps que je t'aime,
Jamais je ne t'oublierai.


Sous les feuilles d'un chêne
Je me suis fait sécher;
Sur la plus haute branche
Le rossignol chantait.

Il y a longtemps que je t'aime,
Jamais je ne t'oublierai.


Chante, rossignol, chante,
Toi qui as le coeur gai;
Tu as la coeur à rire,
Moi je l'ai à pleurer.

Il y a longtemps que je t'aime,
Jamais je ne t'oublierai.

J'ai perdu mon amie
Sans l'avoir mérité,
Pour un bouquet de roses
Que je lui refusai.

Il y a longtemps que je t'aime,
Jamais je ne t'oublierai.


Je voudrais que la rose
Fût encore au rosier,
et que ma douce amie
fut encore à m'aimer

Il y a longtemps que je t'aime,
Jamais je ne t'oublierai.

zaterdag 19 juni 2010

Overpeinzingen

Blijf er ieder moment van de dag op bedacht om datgene wat gij onder handen hebt weloverwogen en rechtvaardig te verrichten, met nauwgezette, oprechte ernst en vol bereidheid, en laat u niet door uw verbeeldingen meesleuren.
Dit zult ge doen, wanneer ge iedere handeling uitvoert alsof het de laatste van uw leven is, vrij van alle ondoordachtheid, alle felle afkeer van wat de rede ons voorhoudt, vrij van huichelarij en eigenliefde en onvrede met al wat u toebedeeld is.
Ge ziet hoe weinig er voor nodig is om een voorspoedig en godvruchtig leven te leiden. De Goden vragen de mens niet meer dan deze dingen in acht te nemen.

Overpeinzingen
Marcus Aurelius Antonius

woensdag 16 juni 2010

Gustav Meyrink - Citaten

Wij zien in de bijbel niet alleen een registratie van gebeurtenissen van een voorbij tijdperk, maar ook een weg van Adam tot Christus, die wij in onszelf moeten afleggen op de magische wijze van een innerlijke groei van 'naam' tot 'naam', dat is: van krachtsontplooiing tot krachtsontplooiing, van de verdrijving uit het paradijs tot de opstanding.

Gustav Meyrink - Citaten

Zolang een mens niet weet,
dat zijn aandriften niet uit zijn 'ik' komen,
is hij de slaaf en de marionet van een kracht,
die hij niet kent.

Pas als hij zich één weet met de 'vermomde'
wordt hij geleid.
Vrij is hij dan nog niet.
Dat is hij pas als hij één is geworden
met het 'centrale Ik'.

Ik heeft geen meervoud.

woensdag 9 juni 2010

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 50

100
Wat de keizer toekomt behore de keizer.
Wat Yahweh toekomt, het kere tot Yahweh.
Maar wat de Ongrond toekomt,
geeft dat aan de Ongrond.


101
Aardse moeders, treurt niet
dat gij van uw lieve kinderen
niet gans de moeder zijt.
Al zijt gij schakels onvervangbaar,
een diepere Moeder heeft ook u verwekt
die ook ons aller moeder is,
oorsprong van het leven en het licht
dat ons uit alle eeuwigheid
bezielt.

God in alle dingen...

  • Maar hoe zal ik nu mijn God aanroepen, mijn God en mijn Heer?
  • Want roep ik Hem aan, dan roep ik Hem toch zeker naar mijzelf, in mijzelf?
  • En wat is er in mij voor plaats, waar mijn God kan komen, de God die hemel en de aarde gemaakt heeft?
  • Ja, is er dan iets in mij, Heer mijn God, dat u kan bevatten?
  • Maar de hemel en de aarde, die gij gemaakt hebt en waarin gij mij gemaakt hebt: bevatten die u dan?
  • Of is het zo, dat - aangezien alles wat is zonder u niet zou zijn - alles wat is u bevat?
  • Maar wat vraag ik dan - ik die toch ook ben - dat gij in mij wilt komen?
  • Ik zou immers niet zijn, als gij niet in mij waart!
  • Want ik ben nog niet in de onderwereld, en zelfs daar zijt gij nog: Want al daal ik naar de onderwereld, gij zijt er.
  • Ik zou dus niet zijn, mijn God, totaal niet zijn, als gij niet in mij waart.
  • Of kan ik beter zeggen: ik zou niet zijn, als ik niet was in u, uit wie alles, door wie alles, in wie alles is?

Augustinus - Belijdenissen - Boek I-2