vrijdag 30 mei 2008

Hermes Trismegistos

"Wij kunnen de menselijke goedheid en de menselijke schoonheid
noch ontvluchten, noch haten: want het meest bezwaarlijk van alles is
dat wij ze nodig hebben en zonder hen niet kunnen leven."
Hermes Trismegistos

Paracelus schreef....

Weet dan, mijne waarde heeren en goede vrienden, dat de boeken welke mij en ook u van de ouden geworden zijn, mij niet genoegzaam waren. Zij waren niet volkomen, een onzeker geschrijf, dat meer deed dwalen dan tot den waren weg leidde, hetgeen mij noodzaakte ze te verlaten. Nu zal men toegeven dat een jongere niet zonder een meester kan zijn, de leerling moet van zijn meester leeren. Steeds meer drong de vraag zich aan mij op, waar deze leermeester te vinden was, daar de schrijvers niet als meesters konden geacht worden. Indien geen boek op aarde bestond noch genezer, hoe zou men dan kunnen leeren ? Op deze wijze dacht ik en het werd mij duidelijk, dat de ge­neesleer zonder menschelijken meester geleerd kan worden.

Uit: DE DOOLHOF DER GENEESLEER. Paracelus

woensdag 28 mei 2008

Hermann Hesse - Wat ik geloof

De fout bij onze problemen en jammerklachten is vermoedelijk dat wij graag van buiten af iets als geschenk willen krijgen, wat wij enkel door eigen overgave in onszelf kunnen ontvangen. Wij ver­langen dat het leven een zin zal hebben, maar het heeft alleen precies zoveel zin als wijzelf in staat zijn er aan te geven. Omdat de enkeling daartoe slechts onvolkomen bij machte is, heeft men in allerlei religie en filosofie getracht, door een antwoord op de vraag, troost te geven.
Deze antwoorden lopen alle uit op hetzelfde: het leven krijgt uit­sluitend zin door de liefde. Dit wil zeggen: hoe meer wij tot liefde en toewijding in staat zijn, des te zinrijker wordt 'ons leven.
(brieven - 1956)

Hermann Hesse - Wat ik geloof

Ik pas ervoor op om het geloof van hen die bij een kerk of reli­gieuze gemeenschap behoren, in verwarring te brengen. Voor de meerderheid van de mensen is het heel goed bij een kerk of een geloof te zijn aangesloten. Wie zich ervan losmaakt, gaat aanvanke­lijk een eenzaamheid tegemoet, waarin menigeen spoedig weer naar de vroegere gemeenschap terugverlangt. Eerst aan het einde van zijn weg zal hij ontdekken dat hij in een nieuwe, grote, maar onzichtbare gemeenschap ingetreden is, die alle volkeren en gods­diensten omvat. Hij wordt armer aan alles wat dogmatisch en natio­naal is, en hij wordt rijker door de broederschap met geesten uit alle tijden en alle naties en talen.
(brieven - maart 1960)

dinsdag 27 mei 2008

Goethe - Faust

Faust (tot Wagner)

Gij zijt u slechts bewust van den enen dorst,
O leer nooit den anderen onderscheiden!
Twee zielen, ach! wonen in mijne borst,
De ene wil zich van de andre scheiden;
De ene, in der zinnen doornenhof,
Tracht ’s werelds heil hartstochtelijk te benaadren;
De ander heft ontstuimig zich uit ’t stof
Tot de gewesten van zijn vaadren.
O zijn er geesten in de lucht,
Die tussen aarde en hemel zweven,
Daalt gij dan neder uit uw gouden vlucht
En voert mij weg, tot nieuw en kleurrijk leven!
Ja, waar’een tovermantel maar de mijn’!
En droeg hij mij naar vreemde sferen,
Hij zou mij voor geen kostelijke kleren,
Niet veil[1] voor enen koningsmantel zijn.

J.W. Von Goethe

[1] Te koop
illustratie: Rembrand v Rijn

zondag 25 mei 2008

Gustav Meyrink - De Witte Dominicaan(3)

Treurig is niet dat er zoveel mensen zijn die lijden, treurig is het juist dat hun lijden in hogere zin doelloos blijft.
Daardoor wordt het tot straf voor - misschien in een vroeger bestaan - begane daden van haat.
Deze gruwelijke wet van loon en straf kunnen we slechts ontlopen als wij alles wat geschiedt aanvaarden met de gedachte: het heeft ten doel ons Geestelijke leven op te wekken.
Bij al onze daden moeten wij van uit dat oogpunt doen.
De geestelijke instelling alleen heeft betekenis, de daad alleen is niets.
Het leed krijgt betekenis en brengt vruchten voort, mits ge het met zulke ogen beschouwt.
Geloof me, dan zult ge het niet alleen makkelijker kunnen dragen, dan zal het ook spoediger voorbijgaan en in sommige gevallen zelfs in het tegenovergestelde veranderen.
Het grenst aan het wonderbare, wat er in zulke gevallen soms gebeurt.
En het zijn niet alleen innerlijke veranderingen die voorkomen - nee, ook uiterlijk verandert het lot soms op de meest vreemde wijze.
illustratie: S. Dali

Sprokkels

Wanneer je geboren werd huilde jij en juichte de wereld.
Leef je leven op zo'n manier dat, wanneer je sterft, de wereld huilt en jij juicht.
Indiaans gezegde

Wanneer jij een appel hebt en ik heb een appel, en we verwisselen van appel; dan zullen jij en ik nog steeds maar elk één appel bezitten.
Maar wanneer jij een idee hebt en ik een idee heb en we deze uitwisselen, dan zullen we elk twee ideeen hebben.
George Bernard Shaw

Ik kan je geen onfeilbare formule geven voor succes, maar ik kan je wel een formule geven om te falen: probeer om steeds aan ieders verwachtingen te voldoen
Herbert Bayard Swope

zaterdag 24 mei 2008

Hermann Hesse - Tussen Oost en West

Wat ik geloof

Het geloof dat ik bedoel, is niet makkelijk onder woorden te brengen.

Men zou het ongeveer zó kunnen uitdrukken: ik geloof dat, ondanks de klaarblijkelijke onzin, het leven toch een zin heeft; ik leg mij erbij neer deze hoogste zin met het verstand niet te kunnen vatten; ik ben echter bereid hem te dienen, ook al zou ik mijzelf daarbij moeten opofferen.

De stem van deze zin hoor ik in mijzelf, in de ogenblikken waarin ik werkelijk en helemaal levend en wakker ben. Wat het leven in deze ogenblikken van mij verlangt, wil ik trachten te verwerkelijken, ook als het tegen de gangbare modes en wetten in gaat.

Dit geloof kan men op geen enkele wijze bevelen of zichzelf ertoe dwingen.

Men kan het enkel beleven.

Gustav Meyrink - De Witte Dominicaan(3)

Waar ijdelheid en begeerte naar macht in een hart wonen, daar zijn zij bij de hand en zij blazen deze droevige vonken aan, totdat zij een brandend vuur zijn geworden en de mens zich verbeeldt in onzelfzuchtige liefde voor zijn naasten te zijn ontbrand en heen gaat en predikt, zonder ertoe geroepen te zijn - en als een blinde leidsman met de kreupelen in de diepte stort.

Zij zeggen: treed op als leidsman! En zij weten wel dat men alleen kan leiden als men volmaakt is geworden.

Zij weten: het leven op aarde moet een toestand van overgang zijn. Daarom lokken zij listig: ‘maak een paradijs van deze aarde’, terwijl zij heel goed weten dat alle moeite daaraan besteed vruchteloos is.

EEN KLEIN THOMAS-EVANGELIE - 10

25
Mijn broeder is mijn oogappel en mijn geest,
één met hem zie ik mij met zijn blik,
één met mij ziet hij zich met mijn blik.
Twee zijn reeds één.
Zo ben ik hem,
zo is hij mij,
verzwonden is elk onderscheid.
Ongrond slokte ons op.

26
Goed of kwaad in u of mij zijn beide uit de Ongrond.
Zo glimlach slechts
en vloei van liefde-in-eenheid over.

vrijdag 23 mei 2008

Sprokkels

* De liefde geeft alleen zichzelf en put ook uit zichzelf alleen.De liefde neemt niet in bezit, en wil ook niet in bezit genomen worden; want de liefde is zichzelf genoeg.
* Als we elkaar allemaal onze zonden zouden opbiechten dan zouden we elkaar allemaal uitlachen om ons gebrek aan originaliteit.
* Eigenlijk praten we alleen tegen onszelf, maar soms praten wij luid genoeg zodat anderen ons kunnen horen.
* Wij lenen vaak van de toekomst om de schulden van het verleden te betalen.
* Hoe dieper verdriet in uw wezen kerft, hoe meer vreugde u kunt bevatten.

Kahlil Gibran

donderdag 22 mei 2008

Sprokkels

Uitspraken van Jacob Boehme
* De mens draagt God in zich en de duivel. Tot wie hij zich wendt, diens metgezel wordt hij. Daarin alleen ligt zijn vrijheid.
* De zon is dikwijls voor mij verduisterd, maar ze is altijd weer voor me doorgebroken. Hoe vaker ze onderging des te lichter en laaiender ging ze weer op.
* Het leven is als een bron die uit het hart Gods vloeit en het brengt zichzelf voort door het geweld van de tegenstrijdigheid in zichzelf, want het goede moet zich tegen het kwade keren om zichtbaar te worden, en het licht moet in het donker dringen om z'n glans te geven.
* Alle zonde is slechts dwaling. Wanneer de ziel uit de dwaling tot haar eigen licht terugkeert, blijft niets van de dwaling aan haar kleven, evenmin als er nog duisternis in een vat blijft wanneer de zon erin schijnt.
* In deze wereld voelen we de kracht des hemels in alle dingen. We voelen ook de kracht der hel in alle dingen. Beide zijn ons even nabij, want ze zijn in elkander en het één wordt zichtbaar door het ander.

Sprokkels

Uitspraken van Marten Toonder

"Wanneer je de tak waar je op zit, doorzaagt, val je naar beneden zonder dat God daar de hand in heeft."

"De jeugd is er om te leren. Hoewel: men kan geen oud hoofd op jonge schouders zetten. En dat is maar goed ook; het zou geen gezicht zijn. "

"Welvaart brengt niet altijd geluk en hoe hoger men komt, hoe zwaarder de last van de welvaart zich doet gevoelen Het ergst zijn degenen getroffen, die ervoor verantwoordelijk zijn: de grootondernemers."

"Wat is geluk? Als je een balans hebt gevonden tussen het goede en het kwade. Elke geest heeft aanleg voor het zoeken naar evenwicht. Maar het evenwicht kan zo erg verstoord worden, dat je het geluk niet meer terug kunt vinden."

woensdag 21 mei 2008

Sprokkels

Wie de weg tot innerlijke beschouwing vindt, ver­andert zich in een zaadkorrel.
Wie een licht ziet op­gaan, grijpt iedereen bij de arm, om het hem te to­nen.
Wie iets uitvindt, geeft zijn uitvinding meteen door.

De overwinning is de vrucht der liefde.
De liefde alleen kent het gezicht dat gevormd moet worden.
De liefde alleen voert daar naar toe.
Het verstand deugt slechts in dienst van de liefde.


(uit: Oorlogsvlieger – Antoine de Saint-Exupéry)

Unum Necessarium

Alle verwarringen in de wereld hebben slechts één oorzaak, de mens kan niet het nodige van het onnodige onderscheiden, waardoor hij het nodige voorbijgaat en zich bezighoudt met het onnodige en daarin verward en verstrikt raakt.

Ik beweer dat door alle eeuwen heen de grondoorzaak is dat de mens het waardevolle van het waardeloze, dit is het nodi­ge van het onnodige, het nuttige van het nutteloze niet weet of niet poogt of hardnekkig weigert te onderscheiden. De mens gaat niet waarheen hij moet gaan, maar loopt als kud­dedier waarheen de gehele wereld gaat. En vervolgens laat hij ook niet af, het moge goed of kwaad zijn, van wat hem eenmaal bevalt.


Comenius (1592-1670)