Gij zijt u slechts bewust van den enen dorst,
O leer nooit den anderen onderscheiden!
Twee zielen, ach! wonen in mijne borst,
De ene wil zich van de andre scheiden;
De ene, in der zinnen doornenhof,
Tracht ’s werelds heil hartstochtelijk te benaadren;
De ander heft ontstuimig zich uit ’t stof
Tot de gewesten van zijn vaadren.
O zijn er geesten in de lucht,
Die tussen aarde en hemel zweven,
Daalt gij dan neder uit uw gouden vlucht
En voert mij weg, tot nieuw en kleurrijk leven!
Ja, waar’een tovermantel maar de mijn’!
En droeg hij mij naar vreemde sferen,
Hij zou mij voor geen kostelijke kleren,
Niet veil[1] voor enen koningsmantel zijn.
J.W. Von Goethe
illustratie: Rembrand v Rijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten