woensdag 7 mei 2008

Sprokkels

Een dronken man, die uit een kar valt, sterft niet, hoewel hij hevig pijn kan lijden. Zijn gebeente is hetzelfde als dat van andere mensen, maar hij ondergaat zijn ongeluk op een andere manier. Zijn geest is in een staat van veiligheid. Hij is er zich niet van bewust in een kar te rijden, noch is hij er zich van bewust er uit te vallen. Gedachten van leven, dood, angst en dergelijke kunnen niet in hem opkomen, en aldus lijdt hij niet door het contact met het objectieve bestaan. Als deze veiligheid door wijn ver­kregen kan worden, hoeveel te meer dan door God.

Chuang Tze.

Geen opmerkingen: