Jonathan Zeemeeuw bracht de rest van zijn dagen in eenzaamheid door, maar hij vloog nog veel verder weg dan het Grijze Klif. De enige zorg die hem kwelde was niet dat hij alleen was, maar dat de andere meeuwen niet wilden geloven in de heerlijkheid van het vliegen, die voor hen lag; ze weigerden hun ogen open te doen en te zien.
Iedere dag leerde hij meer. Hij ontdekte dat een gestroomlijnde duikvlucht met hoge snelheid hem in staat stelde de zeldzame en smakelijke vissen te vangen, die enige meters onder het wateroppervlak leven: hij hoefde niet langer in het kielzog van vissersboten te blijven hangen en brood te stelen om in leven te kunnen blijven. Hij leerde te slapen in de lucht, na 's nachts een koers te hebben uitgezet op de landwind, en zo een paar honderd mijl af te leggen van zonsondergang tot zonsopgang. Met dezelfde innerlijke controle vloog hij dwars door zware mist en steeg daar zelfs boven uit, tot hoog in de duizeligmakende blauwe lucht... terwijl iedere andere meeuw ondertussen op de grond zat en niets anders om zich heen zag dan mist en regen. Hij leerde om op de hogere luchtstromen diep landinwaarts te vliegen en daar te genieten van een heerlijk insectenmaal.
Wat hij eens had gehoopt voor de Vlucht, viel hem nu zelf ten deel, hem alleen. Hij had geleerd te vliegen, en hij had geen spijt van de prijs die hij had moeten betalen. Jonathan Zeemeeuw kwam erachter dat verveling en angst en haat de redenen zijn waarom een meeuwenleven zo kort is, en omdat hij dat alles niet kende, leidde hij inderdaad een lang en gelukkig leven.
Iedere dag leerde hij meer. Hij ontdekte dat een gestroomlijnde duikvlucht met hoge snelheid hem in staat stelde de zeldzame en smakelijke vissen te vangen, die enige meters onder het wateroppervlak leven: hij hoefde niet langer in het kielzog van vissersboten te blijven hangen en brood te stelen om in leven te kunnen blijven. Hij leerde te slapen in de lucht, na 's nachts een koers te hebben uitgezet op de landwind, en zo een paar honderd mijl af te leggen van zonsondergang tot zonsopgang. Met dezelfde innerlijke controle vloog hij dwars door zware mist en steeg daar zelfs boven uit, tot hoog in de duizeligmakende blauwe lucht... terwijl iedere andere meeuw ondertussen op de grond zat en niets anders om zich heen zag dan mist en regen. Hij leerde om op de hogere luchtstromen diep landinwaarts te vliegen en daar te genieten van een heerlijk insectenmaal.
Wat hij eens had gehoopt voor de Vlucht, viel hem nu zelf ten deel, hem alleen. Hij had geleerd te vliegen, en hij had geen spijt van de prijs die hij had moeten betalen. Jonathan Zeemeeuw kwam erachter dat verveling en angst en haat de redenen zijn waarom een meeuwenleven zo kort is, en omdat hij dat alles niet kende, leidde hij inderdaad een lang en gelukkig leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten