"Het is in u, wanneer gij in staat zijt uw gehele wil en uw zinnen een uur te doen zwijgen, zult ge Gods onuitsprekelijke Woorden horen."
"Wanneer gij de wereld verlaat, komt gij in dat, waaruit de wereld gemaakt is, …"
"Als gij echter het zintuiglijk waarneembare verlaten hebt, zijt gij in het bovenzinnelijke en heerst gij op grond daarvan over alle schepselen, die daaruit zijn geschapen, op aarde zal niets u kunnen schaden, want gij zijt één met alle dingen en niets is u tegengesteld."
"Is het zo, dat gij één wilt worden met alle dingen, dan moet gij alle dingen loslaten en uw begeerte ervan afwenden en ze niet begeren, noch iets aannemen, noch iets in eigendom bezitten, want zodra gij iets met uw begeerte grijpt en in bezit neemt, wordt dat iets één met u en met uw wil, dan zijt ge verplicht het te beschermen en het als uw eigen wezen aan te nemen. Wanneer gij echter niets grijpt met uw begeerte, zijt gij vrij van alle dingen en tegelijk heerst gij over alle dingen."
"Nu hebt gij aardse wijsheid lief, wanneer gij echter bekleed zijt met de hemelse wijsheid, zult gij inzien, dat alle wereldse wijsheid slechts dwaasheid is en dat de wereld alleen uw vijand haat, als het sterfelijke leven, dat gij zelf ook haat in uw wil. Aldus vangt gij aan de verachting van het sterfelijke leven ook lief te hebben."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten