"Wij kunnen de menselijke goedheid en de menselijke schoonheidnoch ontvluchten, noch haten: want het meest bezwaarlijk van alles is
dat wij ze nodig hebben en zonder hen niet kunnen leven."
Hermes Trismegistos
Weet dan, mijne waarde heeren en goede vrienden, dat de boeken welke mij en ook u van de ouden geworden zijn, mij niet genoegzaam waren. Zij waren niet volkomen, een onzeker geschrijf, dat meer deed dwalen dan tot den waren weg leidde, hetgeen mij noodzaakte ze te verlaten. Nu zal men toegeven dat een jongere niet zonder een meester kan zijn, de leerling moet van zijn meester leeren. Steeds meer drong de vraag zich aan mij op, waar deze leermeester te vinden was, daar de schrijvers niet als meesters konden geacht worden. Indien geen boek op aarde bestond noch genezer, hoe zou men dan kunnen leeren ? Op deze wijze dacht ik en het werd mij duidelijk, dat de geneesleer zonder menschelijken meester geleerd kan worden.
De fout bij onze problemen en jammerklachten is vermoedelijk dat wij graag van buiten af iets als geschenk willen krijgen, wat wij enkel door eigen overgave in onszelf kunnen ontvangen. Wij verlangen dat het leven een zin zal hebben, maar het heeft alleen precies zoveel zin als wijzelf in staat zijn er aan te geven. Omdat de enkeling daartoe slechts onvolkomen bij machte is, heeft men in allerlei religie en filosofie getracht, door een antwoord op de vraag, troost te geven.
Ik pas ervoor op om het geloof van hen die bij een kerk of religieuze gemeenschap behoren, in verwarring te brengen. Voor de meerderheid van de mensen is het heel goed bij een kerk of een geloof te zijn aangesloten. Wie zich ervan losmaakt, gaat aanvankelijk een eenzaamheid tegemoet, waarin menigeen spoedig weer naar de vroegere gemeenschap terugverlangt. Eerst aan het einde van zijn weg zal hij ontdekken dat hij in een nieuwe, grote, maar onzichtbare gemeenschap ingetreden is, die alle volkeren en godsdiensten omvat. Hij wordt armer aan alles wat dogmatisch en nationaal is, en hij wordt rijker door de broederschap met geesten uit alle tijden en alle naties en talen.
Faust (tot Wagner)
Treurig is niet dat er zoveel mensen zijn die lijden, treurig is het juist dat hun lijden in hogere zin doelloos blijft.
Waar ijdelheid en begeerte naar macht in een hart wonen, daar zijn zij bij de hand en zij blazen deze droevige vonken aan, totdat zij een brandend vuur zijn geworden en de mens zich verbeeldt in onzelfzuchtige liefde voor zijn naasten te zijn ontbrand en heen gaat en predikt, zonder ertoe geroepen te zijn - en als een blinde leidsman met de kreupelen in de diepte stort.
25
* De liefde geeft alleen zichzelf en put ook uit zichzelf alleen.De liefde neemt niet in bezit, en wil ook niet in bezit genomen worden; want de liefde is zichzelf genoeg.
Alle verwarringen in de wereld hebben slechts één oorzaak, de mens kan niet het nodige van het onnodige onderscheiden, waardoor hij het nodige voorbijgaat en zich bezighoudt met het onnodige en daarin verward en verstrikt raakt.
Ik stond op een hoge berg.
23
Een dronken man, die uit een kar valt, sterft niet, hoewel hij hevig pijn kan lijden. Zijn gebeente is hetzelfde als dat van andere mensen, maar hij ondergaat zijn ongeluk op een andere manier. Zijn geest is in een staat van veiligheid. Hij is er zich niet van bewust in een kar te rijden, noch is hij er zich van bewust er uit te vallen. Gedachten van leven, dood, angst en dergelijke kunnen niet in hem opkomen, en aldus lijdt hij niet door het contact met het objectieve bestaan. Als deze veiligheid door wijn verkregen kan worden, hoeveel te meer dan door God.
21
De vos werd stil en keek het prinsje lang aan: 'Alsjeblieft, wil je me tam maken?' zei hij.
Jonathan Zeemeeuw bracht de rest van zijn dagen in eenzaamheid door, maar hij vloog nog veel verder weg dan het Grijze Klif. De enige zorg die hem kwelde was niet dat hij alleen was, maar dat de andere meeuwen niet wilden geloven in de heerlijkheid van het vliegen, die voor hen lag; ze weigerden hun ogen open te doen en te zien.
Mijn nacht ging voorbij op een bed van verdriet
In zekere zin hebben zij die lachen als iemand zegt de mensheid te willen veranderen, volkomen gelijk.