“Zelfs als deze wereld inderdaad precies zou zijn zoals de dichters hem droomden, als rampen niet meer bestonden en aan alle pijn een einde was gemaakt, als iedere genoegen dieper was dan ooit en alle schoonheid nog subliemer, zelfs al alles tot volkomen perfectie zou worden gebracht, zelfs dan zou de ziel zich er altijd nog bij vervelen. Omdat hij zich bevrijd had van alle wereldse verlangens zou hij er zich evengoed nog vanaf keren. Deze dualistische Aarde is een gevangenis voor de ziel, en al wordt die nog zo mooi aangekleed, de ziel zal toch blijven verlangen naar de vrije en ongebonden omgeving buiten de gesloten muren. Ook de zogenaamd hemelse wereld van de astrale sfeer kan de ziel net zo weinig bekoren als de materiële sfeer; de ziel krijgt ook daar gauw genoeg van. Ook deze hemelse genoegens hebben hun aantrekkingskracht volledig verloren Iemands emotionele en mentale genoegens geven de ziel niet de geringste voldoening meer. Inderdaad ze komen en ze gaan, vergankelijk als ze zijn – net als de waarnemingen van de zintuigen. Zij zijn beperkt, voorbijgaand en zullen nooit voldoening kunnen geven. De ziel heeft schoon genoeg van al deze veranderingen en hij is deze wereld meer dan moe, en daarom schreeuwt hij luid om Bevrijding.”
De Boeddha
Geen opmerkingen:
Een reactie posten