Er is een bruine boom; die staat daar eenzaam.
Er is een fluisterwind die om lege hutten waait.
Hoe treurig deze avond.
Voorbij het gehucht
leest de zachtmoedige wees nog schaarse aren.
Haar ogen dwalen rond en goudglanzend in de schemering
en haar schoot verwacht de hemelse bruidegom.
Bij het naar huis gaan
vonden de herders het liefelijke lichaam,
vergaan, tussen de doornstruiken.
Een schaduw ben ik, ver van donkere dorpen.
Gods zwijgen
dronk ik uit de bron in het bos.
Op mijn voorhoofd verschijnt koud metaal.
Spinnen zoeken mijn hart.
Er is een licht dat uitdooft in mijn mond.
’s Nachts kwam ik tot mezelf op een heideveld,
stijf van vuil en het stof der sterren.
In de hazelaars
klonken weer kristallen engelen.
Georg Trakl
Het laatste goud van vervallen sterren, tweetalige uitgave,
geselecteerd en vertaald door Jan U. Terpstra - Umbra 1998
Schilderij: Dali
Geen opmerkingen:
Een reactie posten