vrijdag 5 september 2008

Tagore - citaten

  • Het realisme in de Mens is het dier in hem, waarvan het leven slechts tijdsduur kent; het menselijke in hem is zijn realiteit die het eeuwige leven als achtergrond heeft.
  • Weer herhaal ik dat de gevoelens en idealen die de mens in zijn proces van zelfcreatie heeft opgebouwd, herkend moeten worden in hun totaliteit. In al onze vermogens of hartstochten is er niets dat geheel en al goed of kwaad is; zij zijn alle de bestanddelen van de grote menselijke per­soonlijkheid. Het zijn noten die vals klinken op de ver­keerde plaatsen; het behoort tot onze opvoeding ze tot akkoorden te maken die kunnen harmoniëren met de groot­se muziek van de Mens.
  • Onze religie is het innerlijke principe dat déze onderne­mingen en uitdrukkingen en dromen omvat waardoor wij Hem naderen in wiens aanschijn wij zijn gemaakt.
  • De mens, als schepsel, vertegenwoordigt de Schepper, en dat is de reden waarom het van alle schepselen hem mogelijk is ge­worden, deze wereld in zijn kennis, in zijn gevoel en in zijn verbeelding te omvatten, teneinde in zijn individuele geest een eenheid te verwerkelijken met een Geest die alom is.
Uit: Tagore - De Religie van de mens

Geen opmerkingen: