Mijn metgezel, ik weet: mijn talmen en twijfel scheppen licht en duister, warmte en kou, droogte en vochtigheid. Bliksemsnel heeft de wereld met zijn duizend stemmen en zijn blinde razernij ons onttrokken aan inzicht ’s bescherming.
Ik ben er weer, een in eenzaamheid verloren ik, en u bent weer ver weg, verborgen in een nevel. Maar trillend van herinnering stijgt uw zuchten, uw roepen vol verlangen op, vernieuwd, machtiger dan ooit.
Eindelijk ben ik echt bereid met u te versmelten, volkomen in u op te gaan! Waarvoor zou mijn hart nog bang zijn, nu u erin verblijft, U, die de edele parel van de grote liefde bent? Zelf kon ik nooit de ware Liefde geven; door u ga ik vermoeden wat die Liefde is. Uw Liefde zal mijn voelen en denken temmen.
Ik wil leren zwijgen tot ik alleen nog zwijgen ben. Door mijn volkomen zwijgen kunt u het sterrenlied weer horen. Alles wat leeft, zal met u luisteren, en mijn daden getuigen van uw Liefde. O, mijn kostbaar kleinood, uw vreugde doet gouden bloesem in mijn hart ontluiken en verandert haar in Licht.
Wat Licht is, kan wederkeren tot het Licht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten