De maan heeft slechts het brein van de mensen met haar giftige adem bezwangerd en de machines vormen de zichtbare vruchten daarvan.
De zon heeft in de ziel van de sterfelijke mensen het verlangen gewekt meer vreugde te ervaren en de vloek te doorbreken die hen, in het zweet huns aanschijns, vergankelijke werken doet scheppen.
Maar de maan, de geheime oorsprong van alle aardse vormen, heeft hen met bedrieglijke glans beneveld, zodat zij door valse voorstellingen op een dwaalspoor geraakten en in het uiterlijke, het tastbare, gingen zoeken wat zij innerlijk hadden moeten schouwen.
Aldus zijn machines zichtbare Titanenlichamen geworden, geboren uit het brein van ontaarde helden.
En aangezien iets 'begrijpen' en 'scheppen' niets anders betekent dan de ziel die vorm te laten aannemen die men 'ziet' of 'schept', om zich er vervolgens mee te verenigen, slepen de mensen zich nu hulpeloos voort, zich langzamerhand zelf veranderend in machines - tot zij er eindelijk naakt bij staan, als nimmer rustende, stampende en steunende uurwerken.
Maar wij, broeders van de Maan, wij zullen dan de erfgenamen zijn van 'het eeuwige zijn' - van het enige, onveranderlijke bewustzijn, dat niet zegt: ik leef, maar: Ik ben.
Dat weet, al stort het universum ineen, ik blijf bestaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten