
Het plotseling ontwakende, onderbewuste inzicht, zichzelf met alle nog sluimerende en alle reeds naar buiten getreden eigenschappen te hebben aanschouwd, had het gevoel opgeroepen dat het schilderij van haar stammoeder levendiger was dan alles wat ze ooit gezien had.
Levendiger dan elk ander ding in de wereld kan echter alleen de mens voor zichzelf zijn.
Zij kende de wet niet, waarop alle magie berust: 'Wanneer twee grootheden aan elkaar gelijk zijn, dan zijn zij één en dezelfde en slechts één maal aanwezig, ook als tijd en ruimte hun bestaan lijken te scheiden.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten