
P 20
Alles in het dagelijksch leven van den mensch is Of wonder Of banaliteit, dat hangt af van het gemoed, dat ontvangt.
P 51
Daarna kwamen de struiken van aalbes en zwarte bes, hij liep tusschen hen rond, hij was in hun groen bestaan, veel in den tuin was nog zwart en grijs; maar het leven gebeurt in ons, we wachten en laten het gebeuren.
Toen kwam het leven der boomen te voorschijn in bladeren, en hij nam Louise mee in den tuin, ze was zoo blij om een appelboom, dat ze den stam moest aaien, hij voelde eenzelfde liefde voor den boom als voor haar; die kleine, liefkoozende hand die de hare was, verbond hem er mee, er straalde iets naar den boom uit van hen allebei, en hij was er van overtuigd, dat het op den boom inwerkte als het schijnen van de Zon. Het was zeker, dat de boom rijker bloesem zou zetten en sappiger vruchten zou dragen door deze warmtetoestrooming van het menschelijk gemoed.
P 55
Geen opmerkingen:
Een reactie posten