woensdag 9 april 2008

Gustav Meyrink – Walpurgisnacht (4)

Telkens als hij opkeek, zag hij in de spiegel bij de deur een tweede keizerlijke lijfarts zitten, en elke keer als hij dat deed, drong het tot hem door hoe hoogst merkwaardig het eigenlijk was dat zijn spiegelbeeld met de linkerhand dronk, terwijl hij­zelf daarvoor de rechter gebruikte, en dat die dubbelganger daar, als hij hem zijn zegelring zou toegooien, deze alleen aan zijn rechter ringvinger zou kunnen dragen.

'Er speelt zich daar een wonderlijke omkering af', sprak de lijfarts tot zichzelf, 'die echt een schrikwekkend effect zou hebben, als wij niet vanaf onze jeugd gewend waren, deze als iets vanzelfsprekends te zien. Hmm...

Waar in de ruimte vindt echter deze omkering plaats? Ja, ja, natuurlijk: in een enkel mathematisch punt, strikt genomen. Merkwaardig trouwens, dat in een zo nietig punt zo enorm veel meer gebeuren kan dan in de uitgestrekte ruimte zelf!'


Een onbestemd gevoel van angst dat hij, als hij het geval verder zou onderzoeken en de wetmatigheid die het bevatte tot andere vragen zou uitbreiden, tot de conclusie zou komen dat de mens eigenlijk niet in staat was ook maar iets vanuit zijn bewuste wil te ondernemen, veel­eer slechts het hulpeloze instrument was van een raadselachtig punt in zijn innerlijk, deed hem van verder gepeins afzien.


Om evenwel niet opnieuw in verzoeking te geraken, draaide hij resoluut de lamp uit en maakte daardoor zijn spiegelbeeld eens en voor altijd onzichtbaar.

1 opmerking:

Hans B zei

Wonderlijk deze verwoording van spiegelbeeld die in ons verborgen deze zienswijze herkent. Want verhaal is ook een spiegel zoals ogen wel als spiegel van de ziel worden genoemd. Wat is het wat nu herkent en herinnert? Van mijn tijd als baby herinner ik me dat ik alles in spiegelbeeld zag, op z’n kop dus. De hersenen kennen de omkeerfunctie nog niet, maar na een maand wordt dit ‘normaal’ dus zoals alle mensen dat kunnen. Als onze wereld is wat onze waarneming toelaat, zijn eigenlijk alle zienswijzen normaal te noemen. Vreemd dat fototoestellen uit de vijftiger jaren die omkeerfunctie niet hadden, dus zag je het foto-object op z’n kop. Dat normaal worden zie ik als het omslagpunt van universeel kunnen zien naar het aardse zien ofschoon dit bij sommige mensen zich niet geheel normaal ontwikkelt. Zoals mijn persoontje die heel normaal veel cijfers en letters op de kop schreef en las. Dyslexie heet dat, normaal of abnormaal? Jouw bewijs van definitief mens-zijn in dit aardse en zo beperkt en veraf, vergeleken met werelden waarin we alles konden overzien in 360 graden, waar noch links en rechts, boven of onder bestaat, dus ook geen ruimte/tijd. Maar met onze beperkte zienswijze en meer willen ‘zien’ komt eens de tijd van de grote ommekeer in zien die onze wereld finaal (terug) op z’n kop zet. Zo irreëel de wereld dan wordt zo neemt je zienswijze van ‘ooit en eeuwigheid’ juist toe en veel werkelijker. Bedoelde Jezus dat met de woorden, bekeert U? Weer een kind worden met die bijzonder kijk op het universum en daaraan gelijk worden? Dat die nieuwe kijk, in je helpt God te zien in alles en God jou in alles en zodanig dat je weer als God wordt? Groeten van Hans