woensdag 23 april 2008

J. Anker Larsen - 5. Roes

Het werd haar duidelijk, dat het volkomen geluk maar een oogenblik leeft. Op hetzelfde oogenblik dat men het bereikt en zijn eigendomsmerk er op zet en zich veilig voelt, is er een worm in die er ongemerkt aan knaagt tot het uit elkaar valt. De liefde tusschen man en vrouw komt en verdwijnt, ze voert de heerschappij over men­schen, maar laat die weer varen, ze heeft geen eeuwigheid in zich. Dit is eigenlijk de grootste leugen die ooit is gezegd, maar wat geeft het, als alle menschen het als waarheid beschouwen.
P 130


Het is een schande dat het goede zoo vervelend is en het is leelijk, dat de verleiding zoo prettig is; maar het is heelemaal verkeerd als het prettige zoo mooi is, dat men gelooft dat het goed is. Dan valt men vroolijk, en men valt diep, als men met een goed geweten valt. Het is niet gemakkelijk om weer op te staan, als men niet weet dat men ter neer ligt.
P 135

Geen opmerkingen: