Als je jezelf niet aan God gelijk maakt, kun je je geen begrip van God vormen; want het gelijke wordt alleen door het gelijke gekend.
Maak jezelf groter tot je beantwoordt aan hem die onmetelijk groot is.
Verhef je boven alles wat ruimtelijk is, stijg uit boven de tijdelijkheid en wordt een eeuwig Wezen, dan zul je God kennen.
Overtuig jezelf dat voor jou niets onmogelijk is en houd voor ogen, dat je alles kunt kennen, iedere kunst, iedere wetenschap, de aard van elk levend wezen.
Klim hoger dan de hoogste hoogte, daal dieper af dan de diepste diepte.
Neem de gevoelens van alle ‘schepselen’ in jezelf op, van vuur, water, droog, vochtig.
Stel je voor dat je alomtegenwoordig bent, in de aarde, in de zee, aan de hemel, vóór je verblijf in de moederschoot, in de moederschoot, jong, oud, dood, in het hiernamaals.
Als je je dat alles tegelijk bewust hebt gemaakt, tijden, plaatsen, dingen, kwaliteiten, kwantiteiten, dan kun je verstaan wat God is.
(CH, XI, 20).
illustratie: S. Wulfing
Geen opmerkingen:
Een reactie posten