woensdag 19 maart 2008

Gustav Meyrink – Walpurgisnacht (4)

Plechtig doen alleen onnozele halzen, dat is bekend.
Wie niet in staat is om in de humor de ernst te voelen, die is ook niet in staat om de valse "ernst", die een schijnheilige kwezel als het één en alles van het leven beschouwt, humoristisch te vinden, en zo iemand wordt het slachtoffer van de geestdriftwekkende leugens, de zogenaamde "levens idealen ".
De allerhoogste wijsheid waart rond in het narrenkleed! ­Waarom? Omdat alles wat men eenmaal als "kleed" en niets anders dan "kleed" heeft herkend en doorzien, - ook het lichaam - , noodgedwongen alleen maar een narrenkleed kan zijn. Voor een ieder die het ware "ik" zijn eigendom noemt, is het lichaam een ook dat van anderen: een narrenkleed, verder niets.
Dacht u, dat het ik het in de wereld kon uithouden als de wereld werkelijk zo was als ze er in de ogen van de mensheid uitziet?

Gustav Meyrink (1868-1932), Walpurgisnacht

Geen opmerkingen: