Je hebt je hemelse ogen nog wel, kleine Veronika en daarmee kun je scherp zien wat er boven de aarde is, maar om in de diepte te kijken moet je weer andere ogen krijgen, en dat neemt tijd en het is een pijnlijk proces. Maar kruip nu maar mijn boom in, want dat kun je heus heel gemakkelijk doen. De schemering is immers voor jou nog niet gevallen, kleine Veronika. Je hoeft niet bang te zijn. Je aardse lichaam is inderdaad niets meer dan een kledingstuk, daaronder zit weer een kledingstuk van fijnere stof en daarbinnen zit je eigenlijk zelf. Je grove aardse kledingstuk kan je gerust even achterlaten en in je fijnere kleed, lijk je op mij en op alle elfen en nimfen in het water en in de lucht en het vuur. Je moet je alleen even van jezelf losrukken, ongeveer net zoals wat er gebeurt als je inslaapt. Het is bijna hetzelfde en het gaat helemaal zonder moeite."
Plotseling rukte Veronika zich los van zichzelf en opeens was zij zo licht als een veertje waar de wind mee speelt en zo doorschijnend dat ze door zichzelf heen kon kijken. Haar aardse lichaam zat naast haar en ze vond dat het er loom en suf uitzag. Een moment later was zij midden in de boom en de elf nam haar bij de hand en liet haar alle wonderen zien die er hier waren.
Wat was er veel te zien! Veel meer dan in het landhuis van de kever. Veronika viel van de ene verbazing in de andere. Zij zag de sappen van de boom stromen in duizend fijne aderen. Ze stegen op van de wortels van de boom tot hoog in de bladerenkroon en tot ver in de takken en het loof, dat door de wind voortdurend zachtjes bewogen werd. Degene die toekeek had het gevoel dat hij met de sappen mee omhoog steeg en weer neer daalde als in een levende schommel.
"Ik kan het, nu ik midden in de boom ben, allemaal veel beter begrijpen dan vroeger, toen ik alleen maar met mijn ogen naar binnen keek," zei Veronika, "het lijkt me trouwens dat ik helemaal meer kan begrijpen nu ik mijn aardse lichaam achter gelaten heb. Je wordt door zo'n lichaam traag van begrip, geloof ik, in ieder geval ben je dan veel zwaarder. Ik heb nu zo'n heerlijk gevoel van licht te zijn."
"Ja," antwoordde de elf, "jullie worden door je aardse lichaam inderdaad nogal traag van begrip. Het zijn ook ongemakkelijke kledingstukken. Ik zou me er helemaal niet in kunnen bewegen. Het ergste is dat jullie mensen er steeds minder van gaan begrijpen naarmate je aardse lichaam ouder wordt en je er meer mee vergroeit. Zo lijkt mij dat tenminste te zijn als ik naar de verhalen van mensen luister. Zelf heb ik dat natuurlijk nooit meegemaakt."
"Komen wij dan op aarde om steeds dommer te worden?", vroeg Veronika, "dat zou toch vreemd zijn, vind je niet?"
"Nee," zei de elf, "jullie worden alleen dom omdat het donker wordt om je heen en dan moeten jullie het licht zoeken om alles weer beter te leren begrijpen. Als je dan in het duister het licht gevonden hebt is het begrip van het leven heel veel beter geworden. God heeft juist aan de mensen de taak gegeven het licht te zoeken.
Plotseling rukte Veronika zich los van zichzelf en opeens was zij zo licht als een veertje waar de wind mee speelt en zo doorschijnend dat ze door zichzelf heen kon kijken. Haar aardse lichaam zat naast haar en ze vond dat het er loom en suf uitzag. Een moment later was zij midden in de boom en de elf nam haar bij de hand en liet haar alle wonderen zien die er hier waren.
Wat was er veel te zien! Veel meer dan in het landhuis van de kever. Veronika viel van de ene verbazing in de andere. Zij zag de sappen van de boom stromen in duizend fijne aderen. Ze stegen op van de wortels van de boom tot hoog in de bladerenkroon en tot ver in de takken en het loof, dat door de wind voortdurend zachtjes bewogen werd. Degene die toekeek had het gevoel dat hij met de sappen mee omhoog steeg en weer neer daalde als in een levende schommel.
"Ik kan het, nu ik midden in de boom ben, allemaal veel beter begrijpen dan vroeger, toen ik alleen maar met mijn ogen naar binnen keek," zei Veronika, "het lijkt me trouwens dat ik helemaal meer kan begrijpen nu ik mijn aardse lichaam achter gelaten heb. Je wordt door zo'n lichaam traag van begrip, geloof ik, in ieder geval ben je dan veel zwaarder. Ik heb nu zo'n heerlijk gevoel van licht te zijn."
"Ja," antwoordde de elf, "jullie worden door je aardse lichaam inderdaad nogal traag van begrip. Het zijn ook ongemakkelijke kledingstukken. Ik zou me er helemaal niet in kunnen bewegen. Het ergste is dat jullie mensen er steeds minder van gaan begrijpen naarmate je aardse lichaam ouder wordt en je er meer mee vergroeit. Zo lijkt mij dat tenminste te zijn als ik naar de verhalen van mensen luister. Zelf heb ik dat natuurlijk nooit meegemaakt."
"Komen wij dan op aarde om steeds dommer te worden?", vroeg Veronika, "dat zou toch vreemd zijn, vind je niet?"
"Nee," zei de elf, "jullie worden alleen dom omdat het donker wordt om je heen en dan moeten jullie het licht zoeken om alles weer beter te leren begrijpen. Als je dan in het duister het licht gevonden hebt is het begrip van het leven heel veel beter geworden. God heeft juist aan de mensen de taak gegeven het licht te zoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten