Alleen spookachtige dingen hebben een schrikaanjagende uitwerking op de mens. Het leven schuurt en brandt als een haren pij, maar de zonnestralen van de wereld van de Geest brengen mildheid en warmte.
Ook een zilveren spiegel zou, als ze gevoel bezat, alleen pijn lijden bij het polijsten.Eenmaal glad en glanzend geworden, weerkaatst ze alle beelden die erop vallen, zonder smart of opwinding. Zalig de mens, die van zichzelf kan zeggen: ik ben gepolijst. 'Op Uwe zaligheid wacht ik, o Heer.'
De mensen gaan geen weg, noch van het leven noch van de dood, zij verstuiven als kaf in de storm.In de Talmoed (Joods geschrift) staat: 'Alvorens God de wereld schiep, hield hij de wezens een spiegel voor; daarin zagen zij de geestelijke smarten van het bestaan en de vreugden die erop volgden. Toen namen sommigen de smarten op zich. De anderen echter weigerden en die schrapte God uit het boek der levenden.'
Jij echter gaat een weg en hebt die uit vrije wil betreden, je bent door jezelf geroepen - ook al weet je dat nu zelf niet meer. Wees niet bedroefd: langzamerhand, naarmate het Weten komt, komt ook de herinnering. Weten en herinnering zijn één.
-----
Wie niet om de Geest roept met alle atomen van zijn lichaam - zoals iemand die dreigt te stikken om lucht - die kan de geheimen Gods niet schouwen.
----
Iedere vraag die een mens kan stellen, is op hetzelfde moment beantwoord, waarop hij haar in de geest gesteld heeft.
Het gehele leven is niets anders dan vorm geworden vragen, die de kiem van het antwoord in zich dragen - en antwoorden die zwanger zijn van vragen.
Alle mensen met een en hetzelfde medicament te genezen is uitsluitend het voorrecht van de doktoren. De vraagsteller krijgt dat antwoord, dat hij nodig heeft: anders zou elk schepsel niet de weg van eigen verlangen gaan.
Gelooft u dan dat onze Joodse geschriften slechts uit willekeur uitsluitend in medeklinkers geschreven zijn? Ieder moet voor zichzelf de geheime klinkers erbij vinden, die hem de slechts voor hem bestemde zin ontsluieren - wil het levende woord niet tot een dood dogma verstarren.
Ook een zilveren spiegel zou, als ze gevoel bezat, alleen pijn lijden bij het polijsten.Eenmaal glad en glanzend geworden, weerkaatst ze alle beelden die erop vallen, zonder smart of opwinding. Zalig de mens, die van zichzelf kan zeggen: ik ben gepolijst. 'Op Uwe zaligheid wacht ik, o Heer.'
De mensen gaan geen weg, noch van het leven noch van de dood, zij verstuiven als kaf in de storm.In de Talmoed (Joods geschrift) staat: 'Alvorens God de wereld schiep, hield hij de wezens een spiegel voor; daarin zagen zij de geestelijke smarten van het bestaan en de vreugden die erop volgden. Toen namen sommigen de smarten op zich. De anderen echter weigerden en die schrapte God uit het boek der levenden.'
Jij echter gaat een weg en hebt die uit vrije wil betreden, je bent door jezelf geroepen - ook al weet je dat nu zelf niet meer. Wees niet bedroefd: langzamerhand, naarmate het Weten komt, komt ook de herinnering. Weten en herinnering zijn één.
-----
Wie niet om de Geest roept met alle atomen van zijn lichaam - zoals iemand die dreigt te stikken om lucht - die kan de geheimen Gods niet schouwen.
----
Iedere vraag die een mens kan stellen, is op hetzelfde moment beantwoord, waarop hij haar in de geest gesteld heeft.
Het gehele leven is niets anders dan vorm geworden vragen, die de kiem van het antwoord in zich dragen - en antwoorden die zwanger zijn van vragen.
Alle mensen met een en hetzelfde medicament te genezen is uitsluitend het voorrecht van de doktoren. De vraagsteller krijgt dat antwoord, dat hij nodig heeft: anders zou elk schepsel niet de weg van eigen verlangen gaan.
Gelooft u dan dat onze Joodse geschriften slechts uit willekeur uitsluitend in medeklinkers geschreven zijn? Ieder moet voor zichzelf de geheime klinkers erbij vinden, die hem de slechts voor hem bestemde zin ontsluieren - wil het levende woord niet tot een dood dogma verstarren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten