
Alleen een dikke krant kon niet meekomen; zij bleef op het plaveisel liggen en klapte vol haat open en dicht, alsof ze buiten adem was en naar lucht hapte.
Een duister vermoeden kwam toen bij me op: als wij stervelingen uiteindelijk ook zoiets waren als die flarden papier? Of misschien een onzichtbare, onbegrijpelijke 'wind' ook ons niet heen en weer drijft en onze handelingen bepaalt, terwijl wij in onze onnozelheid denken onze eigen vrije wil te volgen?
Als het leven in ons eens niets anders was dan een raadselachtige wervelwind? De wind waarvan de bijbel zegt:'Weet gij, vanwaar hij komt en waarheen hij gaat?'
Gustav Meyrink – De Golem
Geen opmerkingen:
Een reactie posten