zaterdag 29 maart 2008

Manfred Kyber - Hemelsleutels

'Ik ben de engel van de roem, wat kan ik voor je doen in mijn tempel en heilige bossen?'
'Ik heb een glazen kroontje, dat gebroken is', zei de konings­dochter', en nu moet ik almaar rondzwerven, tot ik iemand vindt die het weer maken kan.'
Toen nam de engel haar vriendelijk bij de hand en voerde haar de tempel binnen. Daar binnen was alles van marmer en op de wanden en de zuilen stonden gouden namen geschreven, waarop het zonlicht scheen, zodat ze fonkelden en glansden en buiten de muur waaide zacht de bergwind en ruiste in de kruinen van de laurierbomen.
'Dat zijn de namen van degenen die daarbuiten zo stil en ernstig rondlopen', zei de engel. 'Het zijn de namen van degenen die hun meest innige gevoelens en denken aan de wereld geschonken hebben en die door de mensen met eerbied en dankbaarheid genoemd worden. Zolang ze op aarde verkeren, gaat het hun weliswaar niet goed. Ze moeten heel veel strijd leveren en krijgen het hard te verduren. Daarom zijn ze ook zo stil en zo ernstig. Maar als ze de wereld verlaten hebben, komen ze bij mij en wonen hier boven. Hier heerst rust en helderheid en eeuwige ochtendzon. Als je wilt, kan ik je tot een der mijnen maken. Je krijgt een lauriertak en je naam zal met gouden letters geboekstaafd staan.'

Uit: De Hemelsleutels en andere sprookjes voor volwassenen. - Manfred Kyber

Geen opmerkingen: