zaterdag 1 maart 2008

J. Anker Larsen - 1. De Steen der Wijzen - Citaten

Citaat 2
"Waar zouden wij toch vandaan komen? Waar zijn we, voordat wij hier zijn?" Hij keek naar de kleine, die onder zijn blik wakker werd en de oogen opsloeg. Zij zagen Jens niet, zij zagen niets van wat er in de kamer was; zij hadden geen bodem, maar heel diep daarbeneden lag Broertje zelf en keek de andere richting uit naar iets, waar hij juist vandaan gekomen was, en Jens keek ook naar be­neden door Broertjes oogen heen, om te zien, wat dat was. Terwijl hij tuurde, kreeg hij het gevoel, dat zijn oogen die van den kleine aanraakten en meteen voelde hij een ver­andering in de zijne, een verandering, die goed deed.
Iets uit Broertjes oogen was in de zijne gekomen en maakte, dat zij zich verwijdden op een heerlijke manier. Zij werden vrolijk. Zijn mond was ook vrolijk geworden, want hij glimlachte en binnen in zijn borst zat het allervrolijkste van alles, de zekerheid, die nu in zijn brein opkwam: hij had een glimp gezien van datgene. waar Broertje naar terug lag te kijken en waar hij zoo juist vandaan gekomen was. Dat was immers de hemel.
Zoo gebeurt het. Het is de hemel, waar wij vandaan komen; daar waren wij, voordat wij hier kwamen. Broertje kon het zich nog herinneren, was er waarschijnlijk nog bijna, wanneer hij sliep. Alleen kon hij niet praten en zeggen, wat hij zich herinnerde.Toen glimlachte Broertje, en Jens wist, dat hij begreep, zelfs al kon hij niet spreken. Want er was dezelfde blijdschap in hen beiden. Er was niet het minste verschil tusschen. Zij herinnerden het zich samen.
En daarom moeten wij nog leeren praten, wanneer wij geboren zijn, want in den hemel spreken wij niet zooals hier. Wij zijn er zoo blij, dat wij geen woord zeggen kunnen. En het ook niet behoeven, want wij zien elkander maar aan en weten alles ineens. Zoo is de hemeltaal. Alles ineens, en blijdschap over alles. Meer is er niet. Wij kunnen het vanzelf.Wij kunnen de hemeltaal ook niet vergeten. Maar wij kunnen vergeten, dat wij haar kennen. Hoe zou dat wel toegaan?
Hij keek om zich heen in de kamer en zag, hoe wonderlijk die was. Hij herkende dit wonderlijke. Zoo was ze eens geweest.

Geen opmerkingen: