Tennyson schrijft er het volgende over: "Eensklaps, om zoo te zeggen als gevolg van een intensief gevoel van mijn eigen individualiteit, scheen deze individualiteit zelve zich op te lossen en te verdwijnen in een zijn zonder grenzen. En dit was geen verwarde toestand, maar het duidelijkste van al wat duidelijk is, het zekerste van al wat zeker is, elke beschrijving tartend; een toestand, waarin de dood een bijna belachelijke onmogelijkheid was, en het verlies van de persoonlijkheid - indien het dit was - scheen geen vernietiging te zijn, maar het eenige ware leven. Ik schaam mij over mijn zwakke omschrijving. Heb ik niet gezegd, dat die toestand elke beschrijving tart?"
illustratie: Escher
Geen opmerkingen:
Een reactie posten