"Het gebeurt wel eens, wanneer een arm man flink op zijn praatstoel zit, dat hij zich voorover buigt en gedempt, maar een klein beetje trots, zegt: 'Weet u overigens wel, dat ik familie ben van de graaf van Storborg?' En dan krijgt men tegen wil en dank de familierelaties te horen. Ook ik kom nu met mijn deftige familie aanzetten. Deze is niet aan tijd of plaats of ras gebonden. Het is een clan, wiens leden onder alle hemelstreken te vinden zijn. Hij heeft geen uiterlijke kentekenen, maar dat hoeft ook niet; zodra wij elkaar slechts ontmoeten, weten wij er alles van. Het zijn de eeuwigheidsondervinders."
Met dank aan René van Blog ‘Het Groene Gezicht’, die dit waardevolle boekje van Antwerpen naar Friesland blies.
Met dank aan René van Blog ‘Het Groene Gezicht’, die dit waardevolle boekje van Antwerpen naar Friesland blies.
2 opmerkingen:
Geweldig hoe dit citaat verder borduurt op het vorige uit De onwillige Messias.
Tja, die eeuwigheidsvinders... het lijken wel een soort spirituele vrienden!
Hartelijke groet
will-Art
Ja - natuurlijk is dat zo!
Ze 'kunnen' immers niet anders.
Hartegroet van een 'spirituele vriendin'
Een reactie posten