woensdag 30 december 2009

Sprokkels

Hij zond de Glans die van Hem uitgaat
naar hen die in duisternis zaten;
Hij wendde onze ogen
weg van de schoonheid die verwelkt
naar de Schoonheid die Hem zond

(Efrem de Syriër)

dinsdag 29 december 2009

Sprokkels

“In dit lichaam, in deze stad van Brahman,
is een klein huis in de vorm van een lotus
en in dat huis is een kleine ruimte.
Men moet weten wat daar is.
Wat is daar? Waarom is het zo belangrijk?
Er is evenveel in die kleine ruimte binnenin het hart als
in de hele wereld buiten.
Hemel, aarde, vuur, lucht, zon, maan, bliksem, sterren;
alles wat is en alles wat niet is, is daar.”

CHANDOGYA UPANISHAD

Sprokkels

“Het Zelf is Eén.
Onbeweeglijk, beweegt Het zich sneller dan de gedachte.
De zintuigen achterhalen Het niet,
want het Zelf snelt steeds voor hen uit.
Niet-bewegend, ontvliedt Het zijn achtervolgers.
Uit het Zelf komt de adem, die het leven is van alle dingen.”
ISHA UPANISHAD

woensdag 23 december 2009

Kerstmis met Lucas

Alleen in mijn kamer en kerstmis op til.
Ik lees Lucas de evangelist
en plotseling hoor ik de avond zo stil
als een landschap onder de mist.

Rondom mij staan boeken in het gelid
met hun bladzijden angst en verdriet,
maar Lucas bezweert mij: Luister naar dit
bevel van de engel: vrees niet.

Ik lees: Zacharias ontstelde zeer
en Maria verschrok in haar huis,
de herders lagen bevende neer
maar de hemel werd luid van geruis.

Zacharias, Maria, herders, vrees niet
zei de engel van Lucas tot u.
Ik weet dat zijn vrede over u is geschied,
maar geldt dat voor hier en nu?

Want twijfelzucht, onrust en overmoed
namen beurtelings van mij bezit
en hoe wordt de wereld van morgen,
hoe wordt de donkere wereld nog wit?

Een kamer verstilt in een kleine stad
en een hart in die kamer verkilt,
de sneeuw van papier en van lamplicht dat
op mijn schrijvende handrug trilt.

De donkere wereld wordt buiten wit
tot een schielijke heldere bres
van de wassende maan die verborgen zit
in de nok van een dunne cipres,

het dreigende teken van angst aan een wand
vol boeken wordt uitgewist
door de hand van de engel en door de hand
van sint Lucas de evangelist.

Anton Van Wilderode

De herders

Omdat eenvoudigen verstaan
Wat door geen ingewikkeld zoeken
Noch lezen in geleerde boeken
Begrepen wordt of nagegaan,

Zijn herders toen in uwe stal
Geknield en hebben U aanbeden;
Dit is tweeduizend jaar geleden
En nog weet elk het overal.

Geen mens heeft ooit hun naam gemeld;
De rest van hun onschuldig leven
Is door geen wetenschap beschreven,
Wordt slechts aan kinderen verteld.

Anton van Duinkerken (1903-1968)

zondag 20 december 2009

Sprokkels

Als iemand die een mening aanhangt die hem gedurende zijn jeugd is onderwezen of waartoe hij later is overgehaald,

  • elke twijfel die in zijn hoofd opkomt onderdrukt en wegduwt,
  • doelbewust vermijdt boeken te lezen en mensen te spreken die deze mening in twijfel trekken of ter discussie stellen,

  • en vragen die niet gesteld kunnen worden zonder die mening te verstoren als ongepast beschouwt,

dan is dat leven van die mens één grote zonde tegen de mensheid.

William Kingdon Clifford, 1879

vrijdag 18 december 2009

Sterven

Ik sta 's ochtends aan de rand van de zee.
Er komt een zeilboot voorbij
die vertrekt naar de oceaan.

Hij is prachtig, hij is het leven zelf.
Ik kijk hem na tot hij aan de horizon is verdwenen.
Naast mij zegt iemand: 'Hij is weg'.

Weg waar naartoe?
Hij is weg uit mijn blikveld, dat is alles.
Zijn mast is nog altijd even hoog,
zijn romp nog altijd even sterk.

Zijn verdwijning uit het blikveld
betreft mij, niet hem.

En juist op het moment
dat iemand naast mij zegt 'Hij is weg',
staan er anderen op een ander strand
die blij naar de horizon wijzen
en die roepen: 'Daar komt hij!'.

William Blake (1657-1727)

Kerstmis

Zend ons een engel in de nacht

Zend ons een engel in de nacht
als alles ons een raadsel is,
als ons de zekerheid en kracht
ontvallen in de duisternis.

Zend ons een engel ieder uur
dat ons ontvoert van U vandaan,
wanneer wij voor de blinde muur
van uw geheime plannen staan.

Zend ons een engel met Uw licht
in onze slaap, de metgezel
die troost brengt in het vergezicht
van God met ons, Immanuel.

Zend ons in hem de zekerheid
dat U ons zelf bezoeken zult
en bij ons wonen in Uw tijd
en leer ons wachten met geduld.

Michel van der Plas

Sprokkels

“Nergens kan een mens een kalmer of vrediger verblijfplaats vinden dan in zijn eigen ziel. Al wie deze kwaliteiten in zichzelf vindt, zal, wanneer hij zijn blik daarop richt, terstond in volmaakte vrede herboren worden. En met vrede bedoel ik niets anders dan in harmonie zijn met het universum. Maak dan gebruik van deze verblijfplaats, keer er steeds toe terug en herinner u!”

Marcus Aurelius Antonius

zaterdag 12 december 2009

Citaten

  • Ieder van ons is geroepen tot vrije geest, zoals elke rozenknop ertoe geroepen is een roos te worden. (Rudolf Steiner)
  • Je gebruikt je zintuigen om een antwoord te vinden buiten jezelf en ziet niet dat het al die tijd al in je zit. (Huang Po)
  • Hoe groter iemand is in geestelijke ontwikkeling, hoe bescheidener hij wordt. (Hazrat Inayat Khan)
  • Heel zijn is deel zijn; het ware reizen is terugkeren. (Ursula K. Leguin)
  • De fontein der liefde rijst omhoog in de liefde voor de enkeling en valt neer als universele liefde. (Inayat Khan)
  • Eenvoudige genoegens zijn de laatste hartstocht van ingewikkelde naturen. (Oscar Wilde)
  • Eenvoud is levende schoonheid. (Inayat Khan)
  • Eenvoud is de eerste stap der natuur en de laatste der kunst. (P.S.Bailey)

vrijdag 11 december 2009

Uit de proloog van 'Bestijging van de berg Karmel' door Jan van het Kruis

Lied,
waarin de ziel het grote geluk bezingt, dat zij deelachtig werd, toen zij, ontbloot en gezuiverd van zichzelf, door de donkere nacht van het geloof ging naar de vereniging met de Beminde.

1. In een nacht, aardedonker,
in brand geraakt en radeloos van liefde, –
en hoe had ik geluk! –
ging ik eruit en niemand die 't merkte
want mijn huis lag reeds te slapen.
2. In 't donker, geheel veilig -
langs de geheime trap en in vermomming, –
en hoe had ik geluk! –
in 't donker, ongezien ook,
want alles in mijn huis lag reeds te slapen.
3. In de nacht die de kans geeft,
in het geheim, zodat geen mens mij zien kon
en ook ikzelf niets waarnam:
ik had geen ander leidslicht
dan wat er in mijn eigen binnenst brandde.
4. Dat was het dat mij leidde
zekerder dan het zonlicht op de middag –
daarheen waar op mij wachtte,
van Wie ik zeker zijn kon
en op een plaats waar niemand ooit zou komen.
5. O nacht die mij geleid hebt!
O nacht, mij liever dan het morgengloren!
O nacht die hebt verenigd
Beminde met beminde,
beminde, opgegaan in de Beminde!
6. Aan mijn borst, wei vol bloemen,
Hem alleen, onbetreden voorbehouden,
daar is Hij ingeslapen
en heb ik Hem geliefkoosd
en gaf de waaier van de ceders koelte.
7. De koelte van de tinnen kwam,
onderwijl ik door zijn haren heenstreek,
met haar hand, licht en rustig,
mij aan de hals verwonden
en stelde al mijn zinnen buiten werking.
8. Mijzelf liet ik, vergat ik;
ik drukte het gelaat aan mijn Beminde;
het al stond stil, ik liet mij gaan, liet al mijn
zorgen liggen: tussen de witte leliën vergeten.

donderdag 10 december 2009

Sprokkels

Geen schepsel dat ooit geboren is
heeft in werkelijkheid aan een ander toebehoord,
want iedere ziel is de geliefde van God.
Heeft God niet lief op een wijze
die uitgaat boven ons menselijk kunnen?
De dood doet daarom niet anders
dan de mens met God verenigen.
Want aan wie de ziel in waarheid toebehoort,
tot hem keert zij vroeger of later terug.

Hazrat Inayat Khan

Sprokkels

In de innigheid tussen de mensen
is een verborgen grens,
die liefde noch passie overschrijden kunnen,
Hoezeer ook in angstwekkende stilte
de lippen ineenvloeien
en het hart zich te buiten gaat.

(Anna Achmatova)

vrijdag 4 december 2009

Sprokkels

We vragen ons af:
wie ben ik dat ik briljant,
buitengewoon aantrekkelijk, getalenteerd
en geweldig zou zijn?

Maar waarom eigenlijk niet?
Je bent toch een kind van God?
Dat je je kleiner voordoet dan je bent
komt de wereld niet ten goede.

Nelson Mandela

Sprokkels

Er komt een dag dat de grote oceaan is uitgedroogd,
vergaat en niet meer bestaat,
maar ik verzeker u dat de wezens
die ronddolen en zwerven,
bevangen in onwetendheid
en geplaagd door de dorst om te leven,
geen einde zullen vinden.

Zoals een vrucht die, angstig voor zijn val,
wacht op zijn rijpheid, is het levenslot.
Eenmaal geboren, moet elke mens het lijden verwachten
en niemand is in staat niet te sterven

Boeddha

dinsdag 1 december 2009

Khatum

O Gij, die de volmaaktheid zijt
van liefde, harmonie en schoonheid,
Heer van hemel en aarde,
open ons hart opdat wij Uw stem mogen horen
die voortdurend van binnenuit komt.
Ontsluit ons Uw goddelijk licht
dat in onze ziel is verborgen,
opdat wij het leven beter mogen kennen
en begrijpen.

Allergenadigste en barmhartige God,
schenk ons Uw grote goedheid,
leer ons Uw liefdevol vergeven,
hef ons op boven alle onderscheid en verschil
dat de mensen verdeelt.
Zendt ons de vrede van Uw goddelijke Geest
en verenig ons allen in Uw volmaakte wezen.

Amen

Hazrat Inayat Khan