zaterdag 30 januari 2010

Citaat - Henk Leene

Wie wéét waar God woont?
Hij, die Hem heeft gevonden.
Wie heeft Hem gevonden?
Hij, die innerlijke vrede vindt en wijsheid uitdraagt.
Dezulken vindt men in alle lagen van de bevolking.
Men vindt hen in alle groeperingen, atheïsten, occultisten, kerkelijken. Bewijst dat niet dat God onze sekten, kerken en methoden negeert?
Is dat niet teleurstellend voor hen, die menen God binnen hun beweging of kerk te hebben?
Of houden zij zich tòch niet met God bezig?
Met wie dan?
Met hun eigen theorieën, met hun heiligen en voorgangers?

zondag 24 januari 2010

Sprokkels - citaten van Pythagoras

  • "Een vat vol geleerdheid is nog geen druppel wijsheid waard."

  • "Houdt dagelijks afrekening met uzelf, en laat de slaap niet in uw ogen, alvorens gij uw dagwerk tot driemaal toe hebt onderzocht in uw ziel. Vraagt uzelf af: waar ben ik geweest? Wat heb ik gedaan? Wat had ik moeten doen?"

  • "Vrees niet het leven te verliezen, want de dood is slechts een verandering van woning."

  • "Beklaag u niet over de kortheid van het leven; er zijn meer mensen die te laat dan te vroeg sterven."

Pythagoras

Sprokkels - citaten over wijsheid

  • "Ik weet niet wat de wereld van mij denkt. Maar mijzelf lijk ik een knaap, die aan het strand speelt, en zich verheugt over een gladde kei of een bijzonder mooie schelp die hij af en toe vindt, terwijl de grote oceaan der waarheid onverkend vóór hem ligt."

  • "Wat wij weten is een druppel, wat wij niet weten een oceaan."
Isaac Newton
  • "Daar sta ik nu, ik arme dwaas en ben nog even wijs als vroeger."
  • "Als het oog niet straalt, kan het de zon niet zien; was Gods kracht niet binnen in ons niets goddelijks zou ons in vervoering brengen."
  • "Alles wat wij gewaarworden en waarover wij kunnen spreken, zijn slechts manifestaties van de idee."
  • "Alles wat verstandig is, is reeds gedacht, men moet slechts proberen, het nog eens te denken."

Johann Wolfgang von Goethe



Schilderij : A. Durer - Jezus tussen de dokters

zaterdag 23 januari 2010

Citaten uit het werk van Gustav Meyrink

Alle ware kunst heeft ook haar ontstaan te danken aan het rijk der dromen. En ook de gave om iets uit te vinden.
De mensen spreken in woorden. De droom spreekt in levende beelden.
Dat hij die neemt uit de dagelijkse gebeurtenissen, heeft menigeen verleid om te geloven dat dromen geen zin, geen betekenis hebben.
En dat is ook zo, als men er geen aandacht aan schenkt!
Dan verschrompelt het droomorgaan, zoals een lichaamsdeel verschrompelt dat niet gebruikt, niet verzorgd, niet ontwikkeld wordt.
En dan verstomt een waardevolle leidsman, de brug naar een ander leven, dat veel hoger staat dan het aardse, brokkelt af.
De droom is het pad tussen waken en slapen - het is ook het pad tussen leven en dood.

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 47

95
Geeft niet opdat men u zou geven
gij die reeds alles zijt
maar geeft
omdat geen geven echt bestaat.

96
Het brood uit moeders handen
vult nu de ruimte van mijn handen
vult nu de ruimte van mijn huis
geschapen en uit gist herschapen
is heel de schepping in mij thuis.

O goddelijk weten
groei in mij dan en zet uit
en vind ik weer de grote Moeder
laat mij van haar doordringen
en laat mij dóórdringen zo diep in haar
tot waar zij maagdelijk in mijn oorsprong leeft.
Eeuwige vrouw
van dáár stamt onze eenheid.

woensdag 20 januari 2010

Gnosis

Als de mens Bewustzijn opdoet in de stof voegt hij dat Bewustzijn toe aan het Al-bewustzijn. Of, zoals het in Poimandres beschreven staat:
'Allereerst geef je bij de ontbinding van het stoffelijke lichaam het lichaam zelf over aan verandering, en het uiterlijk dat je hebt wordt onzichtbaar, en je persoonlijkheid, die geen uitstraling meer heeft, geef je over aan de demon. En de zintuigen van het lichaam gaan terug naar hun eigen bronnen, gaan daarvan weer deel uitmaken en voegen zich weer bij de werkingen daarvan. En de drift en de begeerte keren terug naar de redeloze natuur.

En zo begeeft zich de mens dan omhoog door het samenstel der sferen: aan de eerste sfeer geeft hij zijn vermogen tot groei en verminde­ring, aan de tweede het instrument van het slechte, de nu effectloze listigheid, aan de derde het onmachtig geworden bedrog van de begeerte, aan de vierde het uiterlijk vertoon van de heerschappij, nu zonder hebzucht, aan de vijfde de goddeloze overmoed van de onbe­zonnen doldriestheid, aan de zesde de boze aandriften van de rijkdom, die nu geen invloed meer heeft, en aan de zevende sfeer de leugen die valstrikken spant.

En dan komt de mens, ontdaan van astrale invloeden, in de achtste sfeer, slechts in het bezit van zijn eigenlijke Zelf, en samen met de geestelijke wezens bezingt hij de Vader. En alle aanwezigen verheugen zich over zijn aan­komst, en als hij dan aan zijn metgezellen gelijk geworden is, hoort hij ook hoe bepaalde Machten boven de achtste sfeer met zoete stem God bezingen. En dan stijgen zij in rangorde op naar de Vader, geven zichzelf over aan de Machten en, zelf Machten geworden, komen zij in God. Dat is de gelukkige voleinding voor hen die de Gnosis bezitten: God te worden!'

OP DE PIJNBANK

Getrouwe harten, die in mij gelooft,
weest niet ontrust, de weemoed is een vriend
die tot geneezing en verheffing dient
en 't valsche licht van den Bedrieger dooft.
Dit weet Verstand, al blijft Gevoel weeklagen
en naar den noodzaak van den Gruuwel vragen.

Liefd'rijk te troosten heb ik lang getracht
de veelen, die de weemoeds-last bezwaart,
Ik ried hen stil te dulden, onvervaard,
de pijnen om hun reinigende kracht.
Toen stond mijn leeven nog in blijden luister,
nu kerm ik zelf, machtloos in ijzig duister.

Nu lig ik zelf op 't folterhout en ril
bij ‘t zien der heete tangen, rood van Gloed,
maar 'k schreeuw het uit: als pijn God looch'nen doet,
gelooft het niet - 't gaat teegen eigen wil.
Een wijl mag mij het vagevuur verblinden
ik weet: mijn Redder leeft, en 'k zal Hem vinden.

FvE - October 1919 - www.frederikvaneeden.nl

zondag 17 januari 2010

Frederik van Eeden

Breng ook eens een bezoek aan mijn nieuwe website over
Frederik van Eeden.

dinsdag 12 januari 2010

Citaten uit het werk van Gustav Meyrink

Schrijven hier op aarde, is het vergankelijke van een gedachte neerleggen. Schrijven in geestelijke betekenis is: iets graveren in het geheugen der eeuwigheid.
Lezen hier betekent: de zin van iets dat geschreven is tot zich nemen.
Lezen aan gene zijde is: de grote onveranderlijke wetten erkennen - ernaar handelen terwille van de harmonie!

Gustav Meyrink

Citaten van Paul Brunton

Als lijden stemmingen van neerslachtigheid te­weeg brengt, vervult dat lijden alleen maar zijn bedoeling.
Dat is een deel van zijn plaats in de orde der dingen en maakt ons bewust van het feit, dat onder de zoete geneugten van het leven altijd pijn ligt.
Maar deze gedachte alléén is slechts de halve waarheid.
De andere helft is veel moeilijker te vinden: dat onder het opper­vlak van lijden, waaraan niemand ontkomt, ­veel dieper dan bij zijn tegenhanger - een reusachtige harmonie huist, een immense liefde, een ongelofelijke vrede en steun van het universum.

Sint- Franciscus

Het is gedaan met al die ijdle dingen!
De maan speelt op de zilvren avondfluit;
hij zingt nu niet meer mee, dat lied is uit,
een schooner stem kon in zijn ziele dringen.

Hij zal in d' afgrond van Gods liefde springen,
trekt zijn verleden en zijn kleéren uit,
en in een pij, met zijne ziel als luit,
gaat hij al beedlend langs de huizen zingen,

zingt voor den wolf, de vogels en de bloemen,
kan al wat leeft zijn broers en zusters noemen,
de Liefde zingt hem mager als een riet.

In zulke pure mensch wil God staan branden,
boort hem Zijn vuur door voeten, hart en handen.
Uit elke wonde juicht het zonnelied!

Felix Timmermans

donderdag 7 januari 2010

Ik ben de kleine dochter

Ik ben de kleine dochter van Jaïrus.
Ik lig hier op een veel te grote baar.
De dood zit in mijn ogen en mijn haar,
dat, nu de krul eruit is, zonder zwier is.

Ik mis mijn pop, die nu zij niet meer hier is,
slaapt als ik slaap, de vingers in elkaar.
Ik weet dat twee en twee tezamen vier is,
maar nu ik dood ben, is dat niet meer waar.

Waarom had ik daarstraks ook weer verdriet?
Er zou een man, die toveren kon, komen,
mij beter maken, maar toen kwam hij niet.

De mensen op het dak en in de bomen
gingen naar huis, maar ik blijf van hem dromen.
Morgen ben ik de eerste die hem ziet.


Ed. Hoornik
Uit: Het menselijk bestaan (1952)

dinsdag 5 januari 2010

Dagtekst

"In Genesis staat dat de mens is geschapen naar het beeld van God.
Dit betekent dat hij wordt bewoond door een hogere ziel die tot in de Hemel reikt, een ziel die een emanatie is van God Zelf.
Daarom heeft het bestaan van de mens slechts zin, als hij in contact treedt met deze onsterfelijke ziel, die licht, harmonie
en macht is.
Via je hogere ziel kun je zowel communiceren met de Schepper als met het universum dat Hij heeft geschapen, want deze ziel is zelf een essentie van het universum. En als je aan de ziel denkt, als je vaker je toevlucht tot haar neemt, je met haar verbindt, met haar spreekt en je met haar vereenzelvigt, begin je te begrijpen wat je ware Zelf is. Zo verheft zich je bewustzijn, worden de trillingen ervan intenser, totdat het versmelt met het bewustzijn van deze sublieme Ziel, en word je één met God."

Omraam Mikhaël Aïvanhov

zondag 3 januari 2010

Uit: Het gebed van den Harpspeler

O, als dit hart versaagt en wankelt, zend
het dan een teken
- een weerlicht in zijn leed -
dat gij niet heen zijt, dat gij mij nog weet
schelp van uw zee, zelf nietig wel en broos,
maar staag doorzongen van het eeuwig breken
voorbij dit leven, in een leegen tijd,
uwer geheimen zonder duur of rust
tegen die laatste kust...

een al bedwelmender eentonigheid
wereldvergeten, eindeloos...

A. Roland Holst

Dagboek citaat - Frederik van Eeden

Het is toch alles maar om een paar jaren te doen en dan komt het herdenken, in eeuwigheid herdenken.

Dit woord treft mij, als had ik een nieuwe diepe waarheid gezegd. ▫ De toekomstige eeuwigheid zal bestaan in herdenken, eeuwig, vreedig, rustig herdenken. Het begrip ‘herkauwen’ is er niet zoo ver van af. Hélène Swarth gebruikte dat woord eens in een vers, en ik bespotte haar. ▫ Maar misschien bespot zij mij later. Als wij aan 't herkauwend leeven toe zijn. In dit leeven grazen we. ▫ Dan denk ik ook dat er veele nuances van herkauwen zijn, of liever: dat ieder alleen te herkauwen krijgt wat hij gegraasd heeft. ▫ Dit is de eeuwige Gerechtigheid. De dood-eenvoudige, door en door simpele empirie van onze wijsheid.
Ik voel, zoo moet het zijn, het kan niet anders. ▫ Alle emoties, indrukken, reëele gevoelens en gedachten, die zijn door ons opgenoomen en moeten nu verwerkt en geassimileerd worden. ▫ Welligt worden we geholpen door hooger weezens, maar daarvan weeten we weinig. De fout der Kerk is te véél te verklaren. Wij kunnen niet weeten, wat we niet ondervonden hebben.

Pater Potters zegt in zijn verklaring van den catechismus, dat de aanweezigheid van smart in de schepping niet verklaard kan worden, maar een geheim is van God. ▫ De Pater begrijpt blijkbaar niet, wat ik toch al vrij scherp formuleerde, dat vreugd het klaarblijkelijk doel is van de Schepping en dat dat doel onbestaanbaar is zonder smart. Wie dit zoogenaamde Godsgeheim niet als van zelf spreekend voelt, die heeft niet genoeg oover het weezen der Smart nagedacht. ▫ Het is of men zegt: ‘dat iedere medaille een keerzij moet hebben is een der onverklaarbare geheimen Gods’. Maar het verklaart zich zelf.

Frederik van Eeden - dagboek 1921