Mensch
De mensch is een leeuw in de ezelshuid;
een dwerg, die met moeite op de aarde voortschrompelt;
een reuzencolossus, op den bol der vergankelijkheid en het voetstuk der oneindigheid staande;
een straal des eeuwigen lichts, gevangen in de camera obscura der zinnelijkheid;
een kind der onsterfelijkheid, gewikkeld in de windsels der magteloosheid;
een edelgesteente uit de kroon van de wijsheid Gods, en gevat in het klatergoud van aardsche dwaasheid;
een levend vraagteeken,
eene eindelooze gedachtestreep,
eene verpersoonlijkte tegenspraak,
een raadsel, waarvan de dood-alleen de oplossing geven kan.
De mensch is een leeuw in de ezelshuid;
een dwerg, die met moeite op de aarde voortschrompelt;
een reuzencolossus, op den bol der vergankelijkheid en het voetstuk der oneindigheid staande;
een straal des eeuwigen lichts, gevangen in de camera obscura der zinnelijkheid;
een kind der onsterfelijkheid, gewikkeld in de windsels der magteloosheid;
een edelgesteente uit de kroon van de wijsheid Gods, en gevat in het klatergoud van aardsche dwaasheid;
een levend vraagteeken,
eene eindelooze gedachtestreep,
eene verpersoonlijkte tegenspraak,
een raadsel, waarvan de dood-alleen de oplossing geven kan.