De maan schijnt in mijn lijf, maar mijn blinde ogen kunnen haar niet zien.
De maan is in mij en ook de zon is in mij.
De nooit geslagen trom der Eeuwigheid wordt in mij geroerd, maar mijn dove oren kunnen het niet horen.
Zolang als de mens schreeuwt om het ik en het mijn, zo lang zijn zijn daden als niets.
Als alle liefde voor het ik en het mijn dood is, dan wordt het werk des Heeren gedaan.
Want werk heeft geen ander doel dan het winnen van kennis.
Als die er is, dan wordt het werk weggedaan.
De bloem bloeit voor de vrucht.
Als die er is welkt de bloem.
De muskus is in het hert, maar het zoekt er niet naar in zich, het dwaalt om en zoekt gras.
De maan is in mij en ook de zon is in mij.
De nooit geslagen trom der Eeuwigheid wordt in mij geroerd, maar mijn dove oren kunnen het niet horen.
Zolang als de mens schreeuwt om het ik en het mijn, zo lang zijn zijn daden als niets.
Als alle liefde voor het ik en het mijn dood is, dan wordt het werk des Heeren gedaan.
Want werk heeft geen ander doel dan het winnen van kennis.
Als die er is, dan wordt het werk weggedaan.
De bloem bloeit voor de vrucht.
Als die er is welkt de bloem.
De muskus is in het hert, maar het zoekt er niet naar in zich, het dwaalt om en zoekt gras.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten