Ik verlang naar donkere groene bosschen met eikenboomen aan wier bladeren heldere druppels hangen, ik verlang naar rustige stilte, afgebroken door 't fladderen van een vogel of het kraken van takken. Ik verlang naar rotsen, waartusschen het water doorsijpelt en waarlangs schuimende beekjes afstroomen, ik verlang naar een stille, vochtige dampige lucht, een dof-geurend woud, een met gele bladeren bedekte grond. Ik wilde er ronddolen, luisterend en soezend, ik wilde er verademen en niet meer denken aan de bespottelijkhedenen dwaasheden van die wilde hoop schepselen, waartusschen ik ook leef en die tezamen de wereld uitmaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten