maandag 31 mei 2010

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 49

98
Als de aarde de hemel raakt
als water en vuur verbroederen
als het oog zichzelf kan zien
en het oor zichzelf kan horen
als het centrum de omtrek is
en het vierkant de cirkel
als verleden de toekomst is
en een korrel de wereld
dan komen de bergen tot mij
en verslind ik de aarde.

Als dan de vijand komt
splijt ik zijn harnas
met het zwaard van het Niet-Zijn.

99
Alle moeders zijn mijn moeder
alle broeders mijn broeder
zij vloeien uit de Vader,
onwetend zelfs
volbrengen zij zijn wil.
Zonder hen was hij niet.

Erik van Ruysbeek

zondag 30 mei 2010

Een rusteloos hart.....

"Veel te laat heb ik U lief gekregen, o schoonheid zo oud en toch zo nieuw. Veel te laat heb ik U lief gekregen.
Binnen in mij waart Gij en ik was buiten, en dáár zocht ik U.
Lelijk als ik was, stortte ik mij op de mooie dingen die Gij gemaakt hebt. Gij waart bij mij, maar ik was niet bij U!
Die dingen hielden mij ver van U verwijderd; en toch zouden ze niet bestaan als ze niet in U bestonden.
Toen hebt Gij geroepen en geschreeuwd en mijn hoofd doorbroken. Geschitterd en gestraald hebt Gij en mijn blindheid verjaagd.
Een heerlijke geur hebt Gij verspreid; en diep ademde ik die in en nu snak ik naar U.
Ik heb U geproefd en sindsdien dorst en honger ik naar U.
Gij hebt mijn hart geraakt, en het is ontvlamd in verlangen naar Uw vrede."

Augustinus (Belijdenissen, boek tien, XVII, 38)

"Vrij Denken"

Als gij iemand afvallig ziet worden van het geloof zijner jongelingsjaren, en hem ziet overgaan tot het 'vrije denken', berisp hem dan niet, val hem niet aan, jaag hem geen vrees aan.
Moedig hem liever aan om dieper en verder door te denken, en gij kunt vertrouwen op de woorden van Bacon: "Een beetje kennis doet de mens overhellen tot atheisme, maar een diepere kennis brengt hem terug tot de godsdienst."


Bron: Theosophia 1922

vrijdag 28 mei 2010

Hij is ....

Hij is onbegrensbaar, omdat er niemand vóór Hem kwam die
Hem grenzen oplegde.
Hij is ondoorgrondelijk, omdat er niemand vóór Hem kwam om Hem te onderzoeken.
Hij is onmetelijk, omdat er niemand vóór Hem kwam om Hem te meten. Hij is onzichtbaar, omdat niemand Hem heeft gezien.
Hij is voor altijd, omdat Hij eeuwig bestaat.
Hij is onbeschrijfelijk, omdat niemand Hem heeft kunnen bevatten of over Hem heeft kunnen spreken.
Aan Hem kan geen naam gegeven worden, omdat er niemand vóór Hem kwam om Hem een naam te geven.


Hij is het onmetelijke licht, dat zuiver, heilig en rein is.
Hij is onuitsprekelijk, volmaakt integer.
Hij is niet voleindigd of zalig of goddelijk, maar is ver daarboven verheven.


Geheim boek van Johannes 7, 8

dinsdag 25 mei 2010

COR CORDIUM

I.
Ziel van mijn Ziel ! Leven, dat in mij woont,
Veelnamige Mysterie, die ik noem
mijn Ik, mijn Zelf, mijn Wezen, - die u toont
altijd een andre, en uwen eigen doem
spreekt op u zelve en dit mijn lichaam maakt
het werktuig uwer woorden, 't instrument,
dat gij bespeelt en maakt aan de aard bekend
uw melodieën, dat aanstónds ontwaakt
dit mensdom heinde en veer: - u roep ik aan;
opdat gij spreke en van mijn lippen drijv'
lente van zang, die over de aard zal gaan,
en 'k thans niet mijn maar uwe woorden schrijv'.


Albert Verwey

maandag 24 mei 2010

Baai bij avond

De schemering valt.
Een grote, rode maan
stijgt langzaam uit de golven
aan de oosterrand
der nauwlijks ademende avondzee.

De dromen komen met de golven mee
en mijmerend gewordt mij, ongezocht,
waarvoor ik jaren in vertwijfeling vocht,
denkende dat het geluk omstréden moest zijn
en dat het leven zonder smeken niet schenkt.

O, heerlijk is nu het talmen
geworden aan deze rede!

Bij het dwalen onder de nacht'lijke palmen
ben ik van vrede doordrenkt.

Hendrik Marsman

zondag 23 mei 2010

Hazrat Inayat Khan

De profeet zei eenmaal dit schone woord: ‘Het menselijk hart is de schrijn, waarin God besloten ligt.’
”Wanneer hij de naam van God aanroept, vergeet de mens zijn begrensdheden en de gedachte aan het onbegrensde drukt zich in zijn ziel af. Dit voert hem op tot het ideaal van onbegrensdheid. Dat is het geheim van de uiteindelijke bereiking in het leven.”
De mystieke wijn, het opgaan in het innerlijk wezen doet al de strijd, het leed, de angsten en de zorgen van de fysieke en mentale wereld verdwijnen, zodat zij voor altijd voorbij zijn. De mens die dit kan, is tot rust gekomen. Hij beleeft die gelukzaligheid, die men op geen andere wijze kan ondervinden.”
Daarom, zij wier hart geluisterd heeft naar Gods woord, hebben eerst de rust in hun leven ontwikkeld.”
Het enige dat de mens verhindert geestelijk te stijgen, of tenminste koers te zetten naar het doel waarvoor hij op aarde gekomen is en dat hij verlangt te bereiken – het enige dus dat hem tegenhoudt, is dat het denken zo wordt ingenomen door de eisen en behoeften van het lichaam, dat het nauwelijks een moment kan vinden om zich geheel en al open te stellen voor het licht van de ziel.”

Uit: In een Oosterse Rozentuin

Sprokkels

“Een geketende vogel vliegt eerst in alle richtingen,
dan pas strijkt hij neer op zijn stok;
zo doolt de geest eerst in alle richtingen rond,
dan pas strijkt hij neer op zijn leven;
want, mijn zoon, de geest is geketend aan het leven.”

“In dit lichaam, in deze stad van Brahman, is een klein huis
in de vorm van een lotus en in dat huis is een kleine ruimte.
Men moet weten wat daar is.
Wat is daar? Waarom is het zo belangrijk?
Er is evenveel in die kleine ruimte binnenin het hart als in de hele wereld buiten.
Hemel, aarde, vuur, lucht, zon, maan, bliksem, sterren; alles wat is en alles wat niet is, is daar.”

Uit: Tien Upanishads

Sprokkels

Leid mij van het onwerkelijke naar het werkelijke!
Leid mij van duisternis naar licht!
Leid mij van dood naar onsterfelijkheid!

“Dit Zelf is de Heer van alle wezens;
zoals alle spaken zijn samengebonden in de naaf,
zo zijn alle dingen, alle goden, alle mensen, alle levens,
alle lichamen, samengebonden in dat Zelf.”

“Ge kunt de ziener van het geziene niet zien;
ge kunt hem niet horen, die het geluid hoort;
ge kunt over hem niet denken, die de gedachte denkt;
ge kunt de kenner van het gekende niet kennen.
Uw eigen Zelf leeft in de harten van allen.
Al het andere is van geen belang.”

Uit: Tien Upanishads

woensdag 19 mei 2010

Ashtavakra Gita - 01 - Bewustzijn

11
Wie zich los acht
raakt bevrijd,
wie zich vast acht
blijft gebonden.
“Men wordt wat men denkt”,
zo luidt een waar gezegde.

12
Het Zelf is getuige:
aldoordringend en volmaakt,
open, enkelvoudig Zijn,
zonder funktie, niet getekend,
geheel voldaan, in ruste.
“Wereld” zegt men blindelings.

13
Wees onophoudelijk Bewust
van onveranderlijk gewaarzijn,
het Zelf van niet-twee.
Zoek binnen noch buiten
naar samenhang in Zelf en niet-Zelf;
persoonlijkheid vergeet je maar.

14
Broeder,
begrenzing van het lichaam
heeft je lang genoeg beklemd.
Verbreek die ban
met het Gewaarzijnszwaard
en geluk zal heersen.

Waar ???

Wij gaan en komen, en de winst is waar?
en weven draden, en het kleed is waar?
In 's hemels welving zijn tot stof verbrand
vele weldenkenden; hun rook is waar?

*

Gezien of niet de wereld, om het even, het is niets,
Wat gij gehoord, gezegd hebt of geschreven, het is niets.
Gereisd door de klimaten alle zeven, het is niets.
Tot studie en bespiegelen thuisgebleven, het is niets.

*

De wereld gaat en gaat, als lang na dezen
mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.
Wij werden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.


OMAR KHAYYAM (11de eeuw)

maandag 17 mei 2010

Citaten van Marie von Ebner-Eschenbach

  • Wie naar zijn doel gedragen wordt, moet zich niet verbeelden het bereikt te hebben.
  • Wij zijn gaarne bereid een afkeurend oordeel over onszelf uit te spreken, op voorwaarde dat niemand het ermee eens is.
  • Wat noemen de mensen het liefste dom? Het verstandige dat zij niet begrijpen.
  • De consequenties van onze goede daden vervolgen ons onverbiddelijk en zijn vaak moeilijker te dragen dan die van onze slechte.
  • Alle andere teleurstellingen zijn gering in vergelijking tot die welke we bij onszelf beleven.
  • Veel mensen denken dat ze een fout die ze hebben toegegeven niet meer hoeven af te leren.

maandag 10 mei 2010

Ashtavakra Gita - 01 - Bewustzijn

7
Aan alles geef jijzelf betekenis:
daarin ligt jouw vrijheid.
Plaats uiterlijkheden boven Zelf
en je schept een schijngevang.
8
Het ego van “Ik ben de dader”
is een grote zwarte gifslang,
het inzicht “Dader ben ik niet”
is het werkzaam levensserum.
Dit erkennen brengt Gemoedsrust.
9
Het duister woud van onbegrip
bergt pijn:
laat er vlammen laaien van “Ik ben
het Ene, eeuwig puur Bewustzijn”.
10
Jij bent dit Bewustzijn:
opperste gelukzaligheid,
waar de wereld zich vertoont als beeld,
zoals een koord voor slang speelt.
Wees gelukkig!
Dit is wat Jij werkelijk bent!

Lezend in Hadewijch


Pijn van vreugde
is in mijn vreugde nog
en vreugd van pijn
is in mijn pijn.

In welke kroes moet ik smelten,
in welke dood vernietigd zijn?
ik die zoveel doden stierf
nog ben ik niet
ten bodem van de dood.

Waar zinken stijgen is
en stijgen zinken
is nog de bodem niet.

Zal eens,
in mij en buiten mij,
buiten en binnen zich verenen?

Ik wacht, mijn ongrond,
dat gij voorgoed
mijn vader wordt.

Erik van Ruysbeek
(Uit: Het rijk van het midden)

zondag 2 mei 2010

Ashtavakra Gita - 01 - Bewustzijn

4
Vereenzelvig niets met vorm
en vestig jouw Gewaarzijnsrust.
Je zult je innerlijk verheugen,
blijvend vredig,
van waan bevrijd.
5
Jij behoort niet tot een klasse
noch kenmerkt jou een stadium.
Niet zichtbaar voor de zinnen
ben jij enkel Getuige:voor eeuwig
ongebonden, ongevormd.
Wees gelukkig!
6
Jij aldoordringend Wezen!
Goed en kwaad, plezier en pijn:
alles werking van de geest,
jouw Zelf hangt er niet mee samen.
Dader noch slachtoffer
ben jij wezenlijk vrij.