vrijdag 7 december 2012

De wind



'De wind, die eigenlijk alleen zo nu en dan maar eens komt neergestreken, voortdurend komende van en onderweg naar elders, maar nooit constant op één plaats bezig, draagt vlaagsgewijs nu eens verkwikkende, dan weer onverkwikkende geuren aan, en soms een wolk vlinders of libellen, maar ook wel soms een zwerm zwarte vogels, - en is hij weer voorbij, dan blijft nog geruime tijd alles in de tuin, wat maar bewegen kan en door hem is aangeraakt, in beweging.'

Deze mysterieuze volzin vind ik terug in een aantekenboekje van meer dan tien jaar geleden.
Ik heb hem nooit in enige tekst, kunnen gebruiken, maar na al die jaren zet ik hem hier maar neer.
Ik weet nu dat deze zin een metafoor is:  hij zou in een rouwadvertentie of in een doodsbrief kunnen staan.

'De wind', dat is: iemands leven.
'Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt'.

Uit: Jeroen Brouwers - Bezonken rood

woensdag 21 november 2012

‘De Duizendste Man’ Rudyard Kipling

Eén man op de duizend, zegt Salomo,
Zal je nader zijn dan een broer.
En hij is de moeite van het zoeken waard,
Zodat een ander hem niet eerder vindt.
Er zijn er negenhonderdnegenennegentig
Die afgaan op wat de wereld in je ziet.
Maar als de hele wereld tegen je is,
Blijft de duizendste man je vriend.

Belofte, gebed en uiterlijke waan
Zullen hem nooit voor je vinden.
Negenhonderdnegenennegentig gaan
Af op je gezicht, je daden of je faam.
Maar als hij jou vindt en jij vindt hem
Dan is de rest niet van belang,
Want de duizendste man verdrinkt of zwemt
Met jou in elk soort water.

Je mag gerust op zijn zak teren,
Hij gebruikt jouw beurs ook voor zijn zaken
En als jullie samen lachen en flaneren
Komt het woord ‘lening’ nooit ter sprake.
Bij negenhonderdnegenennegentig gaat het
Om zilver en goud, beloond worden en belonen,
Maar de duizendste man is veel meer waard
Want aan hem kun je je gevoelens tonen.

Zijn gelijk en ongelijk zijn de jouwe,
En dat te allen tijde.
Je neemt het publiekelijk voor hem op,
Daar kan hij op vertrouwen!
Negenhonderdnegenennegentig zijn niet bestand
Tegen de spot, het gelach, de schand en scha
Maar de duizendste man staat aan jouw kant
Tot aan de galg; en erna!

dinsdag 13 november 2012

Kerkhof


Kerkhof

Toen Rietje begraven was, ben ik één keer naar het kerkhof gegaan. Ik dacht: ’Laat ik dat nou maar eens doen.’ Met mijn vader en moeder heb ik het nooit gedaan en bij andere mensen ook niet. Ik weet dat ze niet dood zijn, dus ik hoef niet te gaan kijken waar ze liggen. Dat andere mensen dat doen, prima. Maar ik hoef dat niet.

 Eén keer per jaar, op Allerzielen, dan bel ik op en dan leggen vrienden een paar roosjes op haar graf. Omdat ik niet wil hebben dat op die dag, als iedereen op het kerkhof gaat kijken, haar graf daar zo ligt zonder bloemetjes erop. Anders wordt dat nog verkeerd uitgelegd; daar is al eens over geschreven. Zo bot.

 Maar goed, ik liep op dat kerkhof te zoeken naar haar graf, en opeens hoor ik een stem die zegt: ’Hier is ze niet.’
En ik dacht: ’Dat wist ik al.’
Ik heb me meteen omgedraaid en ben naar huis gegaan.

Toon Hermans - Interview met Pauline Sinnema,  Het Parool, 23 december 1995

maandag 12 november 2012

Sprokkels - Boeken



 Wij mensen hebben een geheugen dat verder teruggaat dan onze geboorte. Dat houdt ons bij elkaar, en dat houdt ons bij de waanzin vandaan. Onze gezamenlijke herinneringen gaan schuil in de verhalen die we elkaar vertellen. Omdat alle mensen verschillend zijn, en alle mensen hetzelfde, willen we steeds weer nieuwe dingen horen, en daarom ook horen we steeds hetzelfde in een nieuwe vorm.

Uit: Dans om het zwarte goud - Lydia Rood

zaterdag 13 oktober 2012

Sprokkels - Boeken

Tot dusverre had ik gedacht dat elk boek sprak over menselijke of goddelijke dingen die bestaan buiten de boeken.
Nu kwam ik tot het besef dat boeken niet zelden over boeken spreken, met andere woorden dat het is alsof ze met elkaar spreken.
In het licht van deze overweging kwam de bibliotheek mij nog onrustbarender voor.
Het was dus de plaats van een lange, een eeuwenlange fluistering, van een onhoorbare dialoog tussen perkamenten, een levend ding, een vergaarplaats van niet door een menselijk brein te beheersen krachten, schatkamer van geheimen ontsproten aan ontelbare breinen, geheimen die degenen die ze hadden geproduceerd of doorgegeven, hadden overleefd.


Gelezen in: Umberto Eco - De naam van de roos

vrijdag 12 oktober 2012

Gevangenis


Menselijke wezens zijn deel van een geheel, door ons universum genoemd, een deel dat begrensd is door ruimte en tijd. We ervaren onszelf, door onze gedachten en gevoelens, als afgescheiden van de rest – een soort van optische misleiding van het bewustzijn. Deze misleiding is een gevangenis voor ons, beperkt ons tot onze persoonlijke verlangens en tot het tonen van liefde en aandacht voor enkele personen die het dichtst bij ons staan. Het is onze taak om onszelf te bevrijden uit deze gevangenis door onze cirkels van mededogen te verruimen, door alle levende wezens te omarmen, alsmede het geheel van de natuur in al zijn schoonheid.

(Albert Einstein)

woensdag 19 september 2012

Ontmoeten


 Bij die ontmoeting werd hij voor het eerst getroffen door de schier eindeloze verscheidenheid waarin de menselijke geest zich manifesteert, wat verhindert dat een waarheid zich op identieke wijze aan twee verschillende personen zal presenteren.

      Leo Tolstoj, Oorlog en vrede

zondag 16 september 2012

Gebed voor het slapen gaan



Aan het einde van de dag
als de nacht weer op mij wacht
kom ik van het werken moe
weer naar U mijn Vader toe

Ik kreeg krachten van U Heer
om te werken telkens weer
U was bij mij heel de dag
geef mij ook een goede nacht

Voor de mensen om mij heen
en voor hen die heel alleen
leven hier op deze aard
vraag ik of U hen bewaart.

Heer ik deed weer veel verkeerd
maar U hebt mij ook geleerd
dat U het vergeven wil
ik vraag het nu om Jezus wil.

Dank U dat ik als Uw kind
steeds bij U bescherming vind
en nu rustig slapen mag
wachtend op de nieuwe dag.

- Ina van der Welle -



donderdag 13 september 2012

Avondgebed


Avondgebed

De avond is gevallen,
De dag gaat dood, -
De bomen worden allen
Wonderlijk groot.

In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud, -
De nacht maakt onze handen
Zo stil - zo oud.

Schoonheid hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij 't avond even
Zwijgend te rust.



C.S. Adama van Scheltema

woensdag 12 september 2012

Ergens


Dolend door de zandzee van het leven,
 Gloeiend, kreun ik vaak een jammerklacht.
 Ergens echter, weet ik, haast vergeten,
 Bloeien tuinen, schaduwrijke pracht.

Ergens echter in mijn verste dromen,
 Weet ik dat een rustplaats op mij wacht,
 Waar de ziel tenslotte thuis kan komen,
 Waar ze wachten: sluimer, sterren, nacht.


Hermann Hesse

dinsdag 20 maart 2012

zondag 4 maart 2012

Bollywood in Diaspora - deel 2

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Bollywood in Diaspora - deel 1

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

citaten

"Gij hebt Mij over de aard van de ziel gevraagd. Weet waarlijk dat de ziel een teken Gods is, een hemels juweel, waarvan de geleerdsten onder de mensen niet in staat zijn de realiteit te begrijpen en welks mysterie geen verstand, hoe scherpzinnig ook, ooit zal kunnen ontrafelen. De ziel is de eerste onder al het geschapene die de voortreffelijkheid van zijn Schepper kenbaar maakt, de eerste die Zijn heerlijkheid erkent, Zijn waarheid aanhangt en zich voor Hem in aanbidding neerbuigt. Is ze trouw jegens God, dan zal ze Zijn licht weerspiegelen en uiteindelijk tot Hem wederkeren. Schiet ze evenwel tekort in haar trouw jegens de Schepper, dan zal ze het slachtoffer worden van het ik en hartstocht, en op den duur in de diepten daarvan verzinken." 
"Weet dat de ziel van de mens verheven is boven en onafhankelijk is van alle gebreken van lichaam of geest. Dat een ziek mens tekenen van zwakte vertoont, is te wijten aan de belemmeringen die zich tussen zijn ziel en lichaam plaatsen, want de ziel zelf blijft onaangetast door lichamelijke storing. Beschouw het licht van de lamp. Ofschoon een voorwerp haar stralen kan onderscheppen, blijft toch het licht zelf met onverminderde sterkte schijnen. Evenzo is iedere ziekte die het lichaam van de mens aantast, een belemmering voor de ziel om haar innerlijke kracht en macht te manifesteren. Wanneer de ziel het lichaam verlaat, zal zij echter een kracht uitstralen en een invloed uitoefenen die geen macht op aarde kan evenaren. Iedere zuivere, iedere gelouterde en geheiligde ziel zal met geweldige kracht worden begiftigd en zal zich met uitbundige blijdschap verheugen."

Bron: Bloemlezing uit de Geschriften van Bahá'u'lláh

dinsdag 17 januari 2012

EEN KLEIN THOMASEVANGELIE - 54

107Het Ene is het schaap
waarvoor de herder gans de kudde laat
en levenslang wil zoeken.
Het Ene is de schat
die wij bezaten en reeds vroeg verloren.

Soms in een flits zien wij het Ene weer
in een verblindende genade,
diep uit onszelf wordt dan de wereld Wereld
en wij met haar
wij weten waar te vinden.


108Twee monden uit elkander drinken.
Twee monden? Neen, één mond.
Twee geesten in elkander dringen.
Twee geesten? Neen, één geest.
Twee wonderen in elkaar verwonderd.
Twee wonderen? Neen, één wonder.
Twee stilten in elkaar weerklinkend.
Twee stilten? Neen, één stilte.
Dit is het Pascha der gelieven
dit is het Pascha der gelijken.
Hier is volbracht wat onvolbrengbaar
voltooid wat geen voltooiing kent.
Dit is het ongeworden bruidsbed
waar het verborgene is openbaar.
Dit is het eind der woorden.