woensdag 6 oktober 2010

Verzen - Jan van Nijlen


I
De boodschap
Avond aan avond roept een onbekende
vogel die zingt mij naar het open raam.
Waarheen ik ook mijn zoekende oogen wende,
ik zie hem nooit, ik ken niet eens zijn naam.

Is er misschien nog een geluk te grijpen
in de belofte van die late stem?
Een vogel roept en, zonder te begrijpen,
ben ik in droom den ganschen nacht bij hem.

II
Wanneer?
Wanneer zal ik, in 't warme gras gezeten,
en in den gloed van een laat middaguur,
Bevrijd van alles wat ik wou vergeten,
genezen van de drift naar avontuur,

Den vrede vinden van dat eenig uur
waarop de geest, verwonnen en bezeten,
Niet langer strijd voert tegen de natuur
maar 't lichaam wegzendt naar den boord der Lethe?

2 opmerkingen:

will-Art zei

Heeft Jan van Nijlen het over dezelfde vogel als Gustav Meyrink in Walpurgisnacht? De gekooide, onzichtbare nachtegaal?

"Wie ben ik?
Heeft er ooit, sinds de aarde bestaat, een mens bestaan,
die op deze vraag het juiste antwoord wist?
Ik ben de onzichtbare nachtegaal, die in de kooi zit en zingt.
Maar niet alle spijlen van de kooi trillen mee, als hij zingt.
Hoe vaak heb ik in jou niet een lied aangeheven,
opdat je mij mocht horen, maar jij was doof, je leven lang.
Niets in de ganse kosmos was jou steeds zo nabij en eigen als ik,
en nu vraag je mij, wie ik ben?
Menig mens is zo vervreemd van zijn eigen ziel,
dat hij dood ineenstort,
wanneer het moment gekomen is dat hij haar aanschouwt.
Hij herkent haar dan niet meer;
zij draagt het gelaat van de gewone daden,
die hij volbracht heeft en waarvan hij heimelijk vreest,
dat zij zijn ziel bevlekt zou kunnen hebben.
Mijn lied kan je alleen horen, als je het meezingt."

Fran zei

Dag René,
Wellicht had hij het over dezelfde vogel, wellicht ook niet.
In elk geval gaat het - in mijn gevoel - over dezelfde metafoor voor de roep van de ziel.
Goed opgemerkt van jou!

Hartegroet
Francine